Overzicht
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor spott (Zweeds) in het Nederlands
spott:
-
spott (saliv)
Vertaal Matrix voor spott:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kwijl | saliv; spott | luns; slashas |
speeksel | saliv; spott | |
spog | saliv; spott | |
spuug | saliv; spott |
Synoniemen voor "spott":
Wiktionary: spott
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spott | → speeksel | ↔ saliva — liquid secreted into the mouth |
• spott | → speeksel; spuug; spuwsel | ↔ spit — saliva |
• spott | → kwijl; speeksel; zever | ↔ bave — salive épaisse et visqueux qui découler de la bouche. |
• spott | → kwijl; speeksel; zever | ↔ salive — physiologie|fr liquide clair, alcalin, produire par les glande salivaire placées autour de la bouche et qui commencer la digestion des aliments. |
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor spott (Nederlands) in het Zweeds
spott vorm van spotten:
-
spotten (de draak steken; bespotten)
Conjugations for spotten:
o.t.t.
- spot
- spot
- spot
- spotten
- spotten
- spotten
o.v.t.
- spotte
- spotte
- spotte
- spotten
- spotten
- spotten
v.t.t.
- heb gespot
- hebt gespot
- heeft gespot
- hebben gespot
- hebben gespot
- hebben gespot
v.v.t.
- had gespot
- had gespot
- had gespot
- hadden gespot
- hadden gespot
- hadden gespot
o.t.t.t.
- zal spotten
- zult spotten
- zal spotten
- zullen spotten
- zullen spotten
- zullen spotten
o.v.t.t.
- zou spotten
- zou spotten
- zou spotten
- zouden spotten
- zouden spotten
- zouden spotten
en verder
- ben gespot
- bent gespot
- is gespot
- zijn gespot
- zijn gespot
- zijn gespot
diversen
- spot!
- spott!
- gespot
- spottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor spotten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
driva med | bespotten; de draak steken; spotten | beschimpen; bespotten; foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden |
göra narr av | bespotten; de draak steken; spotten | beschimpen; bespotten |
Verwante woorden van "spotten":
Wiktionary: spotten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spotten | → häckla; smäda; pika | ↔ jeer — to scoff or mock |
• spotten | → håna | ↔ bafouer — traiter quelqu’un ou quelque chose avec une moquerie outrageante ou dédaigneux. |