Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: vokabulär

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: vokabulär

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

vokabulär:
- vocabulaire; woordenschat; woordenlijst; taalschat
Wiktionary:
- vokabulär → woordenschat
- vokabulär → woordenlijst, woordenschat, terminologie, vakterminologie

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vokabulär (Zweeds) in het Nederlands

vokabulär:

vokabulär [-en] zelfstandig naamwoord

vokabulär (ordförråd; ordskatta)
het vocabulaire; de woordenschat
- vocabulaire [het ~] zelfstandig naamwoord
- woordenschat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
vokabulär (ordskatta)
het vocabulaire; de woordenlijst
- vocabulaire [het ~] zelfstandig naamwoord
- woordenlijst [de ~] zelfstandig naamwoord
vokabulär (ordförråd)
de taalschat
- taalschat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vokabulär:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
taalschat	ordförråd; vokabulär
vocabulaire	ordförråd; ordskatta; vokabulär
woordenlijst	ordskatta; vokabulär	ordlista
woordenschat	ordförråd; ordskatta; vokabulär

Synoniemen voor "vokabulär":

ordförråd

Wiktionary: vokabulär

vokabulär

noun

verzameling woorden die een taal of persoon rijk is of die deel uitmaken van een bepaald jargon
- woordenschat → vokabulär

Cross Translation:

From	To	Via
• vokabulär	→ woordenlijst	↔ vocabulary — list of words
• vokabulär	→ woordenschat	↔ vocabulary — set of words a person knows
• vokabulär	→ woordenschat; terminologie; vakterminologie	↔ vocabulary — stock of words used in a particular field
• vokabulär	→ woordenschat	↔ vocabulary — words of a language collectively
• vokabulär	→ woordenlijst	↔ vocabulaire — liste de mots, ranger habituellement dans l’ordre alphabétique et accompagner d’une explication succincte.