Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. president:
  2. president-:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. president:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor president (Zweeds) in het Nederlands

president:

president [-en] zelfstandig naamwoord

  1. president (ordförande)
    de president

Vertaal Matrix voor president:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
president ordförande; president

Synoniemen voor "president":


Wiktionary: president

president
noun
  1. het staatshoofd van een republiek

Cross Translation:
FromToVia
president president president — The head of state of a republic
president president; praeses; voorzitter président — Personne qui préside une compagnie, une assemblée, un tribunal, une cour.

president-:

president- bijvoeglijk naamwoord

  1. president-
    presidentieel

Vertaal Matrix voor president-:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
presidentieel president-

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van president



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor president (Nederlands) in het Zweeds

president:

president [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de president
    ordförande; president

Vertaal Matrix voor president:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ordförande president bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter
president president

Verwante woorden van "president":


Verwante definities voor "president":

  1. hoofd van een republiek1
    • de president van de Verenigde Staten1
  2. voorzitter van een vergadering1
    • de president opende de zitting1

Wiktionary: president

president
noun
  1. het staatshoofd van een republiek

Cross Translation:
FromToVia
president president president — The head of state of a republic
president president président — Personne qui préside une compagnie, une assemblée, un tribunal, une cour.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van president