Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor förberedelse (Zweeds) in het Nederlands

förberedelse:

förberedelse [-en] zelfstandig naamwoord

  1. förberedelse
    de voorbereiding
  2. förberedelse
    de bereiding; de toebereiding; bereiden; aanmaken

Vertaal Matrix voor förberedelse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmaken förberedelse hopmontering; hopsättning
bereiden förberedelse förberedning
bereiding förberedelse
toebereiding förberedelse kryddning; marinad
voorbereiding förberedelse
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmaken elda; koppla in; koppla på; slå på; tända; tända på
bereiden bereda; förbereda; göra i ordning; iordningställa; koka; laga

Synoniemen voor "förberedelse":


Wiktionary: förberedelse


Cross Translation:
FromToVia
förberedelse toebereiding; voorbereiding; voorbereidsel; bedachtzaamheid; vooruitziende blik; voorzorg préparatif — Ce que l’on fait pour préparer; apprêt.
förberedelse toebereiding; bereiding; voorbereiding préparationaction par laquelle on préparer, on se prépare.

Computer vertaling door derden: