Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bitter (Zweeds) in het Nederlands

bitter:

bitter bijvoeglijk naamwoord

  1. bitter (bittet; förbittrat)
    verbitterd; bitter teleurgesteld
  2. bitter (smärtsam; pinsamt; smärtsamt; bittert)
    smartelijk; verdrietig makend
  3. bitter (bittert)
    bitter; bitter van smaak

Vertaal Matrix voor bitter:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bitter bitter; bittert bittert; dyster; dystet; jätte arg; jätte argt; sur; surt
smartelijk bitter; bittert; pinsamt; smärtsam; smärtsamt besvärlig; besvärligt; betungande; bitande; tung; tungt
verbitterd bitter; bittet; förbittrat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bitter teleurgesteld bitter; bittet; förbittrat
bitter van smaak bitter; bittert
verdrietig makend bitter; bittert; pinsamt; smärtsam; smärtsamt

Synoniemen voor "bitter":


Wiktionary: bitter


Cross Translation:
FromToVia
bitter bitter bitter — having an acrid taste
bitter bitter bitter — hateful or hostile
bitter verbitterd bitter — cynical and resentful
bitter bitter; schrijnend; naar bitterübertragen: im Sinn von unangenehm
bitter bitter bitterGeschmack: eine von vielen Menschen als unangenehm empfundene Geschmacksrichtung
bitter bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
bitter bitter amer — Qui a une saveur âpre et généralement désagréable, comme celui de la quinine ou du café.
bitter bitter; bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.

Verwante vertalingen van bitter



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bitter (Nederlands) in het Zweeds

bitter:

bitter bijvoeglijk naamwoord

  1. bitter (bitter van smaak)
    bitter; bittert
  2. bitter (bitterachtig)
    dystet; dyster; bittert
  3. bitter (galachtig; zuur)
    surt; sur; bittert
    • surt bijvoeglijk naamwoord
    • sur bijvoeglijk naamwoord
    • bittert bijvoeglijk naamwoord
  4. bitter (zeer boos; kwaad; woedend; giftig; nijdig)
    jätte argt; jätte arg

Vertaal Matrix voor bitter:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sur verbitteren; vergrammen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- zuur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bitter bitter; bitter van smaak bitter teleurgesteld; smartelijk; verbitterd; verdrietig makend
bittert bitter; bitter van smaak; bitterachtig; galachtig; zuur smartelijk; verdrietig makend
dyster bitter; bitterachtig druilerig; miezerig; naar; naargeestig; somber
dystet bitter; bitterachtig
jätte arg bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos
jätte argt bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos
sur bitter; galachtig; zuur boos; gebelgd; gepikeerd; geprikkeld; giftig; kwaad; misnoegd; nijdig; ontstemd; verbolgen; vertoornd; wrevelig
surt bitter; galachtig; zuur boos; gebelgd; gepikeerd; geprikkeld; giftig; kwaad; misnoegd; nijdig; ontstemd; verbolgen; vertoornd; wrang; wrevelig; zuur; zuur smakend

Verwante woorden van "bitter":


Synoniemen voor "bitter":


Verwante definities voor "bitter":

  1. speciale smaak1
    • witlof smaakt altijd een beetje bitter1
  2. het geeft je een vervelend gevoel1
    • het verlies van zijn vader was bitter voor hem1

Wiktionary: bitter


Cross Translation:
FromToVia
bitter bitter bitter — having an acrid taste
bitter bitter bitter — hateful or hostile
bitter bitter bitterübertragen: im Sinn von unangenehm
bitter bitter bitterGeschmack: eine von vielen Menschen als unangenehm empfundene Geschmacksrichtung
bitter bitter- bitterPräfix bitter- zur Steigerung von unangenehm: bitterkalt, bitterböse, bitterernst
bitter besk; bitter; kärv amer — Qui a une saveur âpre et généralement désagréable, comme celui de la quinine ou du café.
bitter bitter; skarp âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.

Verwante vertalingen van bitter