Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. småprat:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor småprat (Zweeds) in het Nederlands

småprat:

småprat [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. småprat (pratande; prat)
    de kout; het babbeltje; de praatje; het gekeuvel
    • kout [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • babbeltje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • praatje [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gekeuvel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. småprat (pratstund; samspråk; kallprat)
    de causerie; het babbeltje; de praatje; het gebabbel
    • causerie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • babbeltje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • praatje [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gebabbel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor småprat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babbeltje kallprat; prat; pratande; pratstund; samspråk; småprat
causerie kallprat; pratstund; samspråk; småprat
gebabbel kallprat; pratstund; samspråk; småprat babbel; kackel; prat; skvaller; snattrande; tjatter
gekeuvel prat; pratande; småprat babbel; kackel; snattrande; tjatter
kout prat; pratande; småprat
praatje kallprat; prat; pratande; pratstund; samspråk; småprat prat

Synoniemen voor "småprat":

  • språka

Wiktionary: småprat


Cross Translation:
FromToVia
småprat badinage; scherts; geplaag banter — good humoured conversation
småprat gebabbel; kletspraat; geklets chat — informal conversation
småprat avondje; kring Klönschnacknorddeutsch: formlose Unterhaltung