Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: pion

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: pion

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

pion:
- Wiktionary:
  pion → pioen, pioenroos, pion

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

pion:
- bonde; bonde i schackspel
Wiktionary:
- pion → spelpjäs, pjäs, bonde, pion, pimeson

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pion (Nederlands) in het Zweeds

pion:

pion [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de pion
bonde; bonde i schackspel
- bonde [-en] zelfstandig naamwoord
- bonde i schackspel zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pion:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bonde	pion	agrariër; akkerbouwer; boer; landbouwer
bonde i schackspel	pion

Verwante woorden van "pion":

pionnen, pions

Wiktionary: pion

Cross Translation:

From	To	Via
• pion	→ spelpjäs; pjäs	↔ man — piece in board games
• pion	→ bonde	↔ pawn — chess piece
• pion	→ bonde	↔ pawn — someone who is being manipulated
• pion	→ pjäs	↔ piece — object played in a board game
• pion	→ pion; pimeson	↔ pion — particle
• pion	→ pjäs	↔ stone — piece of hard material used in board games
• pion	→ bonde	↔ Bauer — schwächste der Schachfiguren
• pion	→ pion	↔ pion — physique\|fr particule du type méson.

Computer vertaling door derden: