Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. helt:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hellen:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor helt (Zweeds) in het Nederlands

helt:

helt bijvoeglijk naamwoord

  1. helt (intakt; intaktt; oskadat; hel)
    heel; gaaf; intact
    • heel bijvoeglijk naamwoord
    • gaaf bijvoeglijk naamwoord
    • intact bijvoeglijk naamwoord
  2. helt (hel; felfri; felfritt; oskadat)
    gaaf; puntgaaf; onaangetast
  3. helt (hel)
    voluit
  4. helt (hela)
    gehele
    • gehele bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor helt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gaaf felfri; felfritt; hel; helt; intakt; intaktt; oskadat fantastisk; fantastiskt; genial; genialt; häftig; häftigt; orörd; orört; oskuldsfullt; otroligt; ren; rent; superbt; tuff; tufft
heel hel; helt; intakt; intaktt; oskadat hel
intact hel; helt; intakt; intaktt; oskadat
onaangetast felfri; felfritt; hel; helt; oskadat fräscht; inte bortskämd; nytt; oanvänd; oanvänt; orörd; orört; oöppnad; oöppnat
puntgaaf felfri; felfritt; hel; helt; oskadat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voluit hel; helt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gehele hela; helt

Synoniemen voor "helt":


Wiktionary: helt


Cross Translation:
FromToVia
helt verdiepen; bezig houden absorb — to occupy fully (4)
helt alles; totaal; helemaal all — intensifier
helt finaal; heel; geheel; helemaal; totaal; volkomen; volledig; ten volle; voluit; compleet; totaliter entièrement — D'une manière entière.

Verwante vertalingen van helt



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor helt (Nederlands) in het Zweeds

helt vorm van hellen:

hellen werkwoord (hel, helt, helde, helden, geheld)

  1. hellen (voorover buigen; overhellen; voorover hellen)
    hänga över; luta framåt
    • hänga över werkwoord (hänger över, hängde över, hängt över)
    • luta framåt werkwoord (lutar framåt, lutade framåt, lutat framåt)

Conjugations for hellen:

o.t.t.
  1. hel
  2. helt
  3. helt
  4. hellen
  5. hellen
  6. hellen
o.v.t.
  1. helde
  2. helde
  3. helde
  4. helden
  5. helden
  6. helden
v.t.t.
  1. heb geheld
  2. hebt geheld
  3. heeft geheld
  4. hebben geheld
  5. hebben geheld
  6. hebben geheld
v.v.t.
  1. had geheld
  2. had geheld
  3. had geheld
  4. hadden geheld
  5. hadden geheld
  6. hadden geheld
o.t.t.t.
  1. zal hellen
  2. zult hellen
  3. zal hellen
  4. zullen hellen
  5. zullen hellen
  6. zullen hellen
o.v.t.t.
  1. zou hellen
  2. zou hellen
  3. zou hellen
  4. zouden hellen
  5. zouden hellen
  6. zouden hellen
en verder
  1. is geheld
  2. zijn geheld
diversen
  1. hel!
  2. helt!
  3. geheld
  4. hellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hellen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hänga över hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen
luta framåt hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen voorover hangen; voorover leunen

Verwante woorden van "hellen":


Wiktionary: hellen


Cross Translation:
FromToVia
hellen kränga heel — incline