Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- helt:
- Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- hellen:
-
Wiktionary:
- hellen → kränga
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor helt (Zweeds) in het Nederlands
helt:
Vertaal Matrix voor helt:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gaaf | felfri; felfritt; hel; helt; intakt; intaktt; oskadat | fantastisk; fantastiskt; genial; genialt; häftig; häftigt; orörd; orört; oskuldsfullt; otroligt; ren; rent; superbt; tuff; tufft |
heel | hel; helt; intakt; intaktt; oskadat | hel |
intact | hel; helt; intakt; intaktt; oskadat | |
onaangetast | felfri; felfritt; hel; helt; oskadat | fräscht; inte bortskämd; nytt; oanvänd; oanvänt; orörd; orört; oöppnad; oöppnat |
puntgaaf | felfri; felfritt; hel; helt; oskadat | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
voluit | hel; helt | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gehele | hela; helt |
Synoniemen voor "helt":
Wiktionary: helt
Verwante vertalingen van helt
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor helt (Nederlands) in het Zweeds
helt vorm van hellen:
-
hellen (voorover buigen; overhellen; voorover hellen)
Conjugations for hellen:
o.t.t.
- hel
- helt
- helt
- hellen
- hellen
- hellen
o.v.t.
- helde
- helde
- helde
- helden
- helden
- helden
v.t.t.
- heb geheld
- hebt geheld
- heeft geheld
- hebben geheld
- hebben geheld
- hebben geheld
v.v.t.
- had geheld
- had geheld
- had geheld
- hadden geheld
- hadden geheld
- hadden geheld
o.t.t.t.
- zal hellen
- zult hellen
- zal hellen
- zullen hellen
- zullen hellen
- zullen hellen
o.v.t.t.
- zou hellen
- zou hellen
- zou hellen
- zouden hellen
- zouden hellen
- zouden hellen
en verder
- is geheld
- zijn geheld
diversen
- hel!
- helt!
- geheld
- hellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor hellen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hänga över | hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen | |
luta framåt | hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen | voorover hangen; voorover leunen |