Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gång:
  2. gäng:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gang:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gång (Zweeds) in het Nederlands

gång:

gång [-en] zelfstandig naamwoord

  1. gång (passage)
    de passage; de gang; de doorgang; het gangpad; de doorloop
    • passage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • doorgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gangpad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • doorloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. gång (passage; spång; landgång; fallrep)
    de gangboord
  3. gång (steg)
    het loopvlak
    • loopvlak [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gång:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorgang gång; passage korridor
doorloop gång; passage
gang gång; passage exkursion; fart; hastighet; korridor; resa; tripp; tur; utflykt
gangboord fallrep; gång; landgång; passage; spång
gangpad gång; passage
loopvlak gång; steg
passage gång; passage korridor

Synoniemen voor "gång":


Wiktionary: gång

gång
noun
  1. telkens terugkerend tijdstip waarop iets gebeurt

Cross Translation:
FromToVia
gång gang gait — manner of walking
gång keer time — instance or occurrence
gång loopje walk — manner of walking
gång pad walk — maintained place on which to walk
gång keer Mal — bestimmter Zeitpunkt; Moment; die Anzeige eines Wiederholungsfaktors oder einer Reihenfolge
gång pad; voetpad; baan; route; weg cheminvoie, route pratiquer pour communiquer, pour aller d’un lieu à un autre.
gång keer; maal fois — Reprise
gång beweging; slag; zet mouvement — Transport
gång eenbaansweg; heerbaan; rijweg; straatweg; hoofdweg; baan; route; weg; spoor routeTraductions à trier suivant le sens.
gång voetpad sentier — Chemin étroit au travers des champs, des bois, etc.

gäng:

gäng [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. gäng (liga)
    de bende; groep jongeren
  2. gäng
    de horde; de meute; de troep
    • horde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • meute [de ~] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. gäng (lag; grupp)
    het team; de ploeg; de partij
    • team [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ploeg [de ~] zelfstandig naamwoord
    • partij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. gäng (hord; massa; bunt)
    de menigte; de bende; de schare; de massa; de hoop; de horde; de drom
    • menigte [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schare [de ~] zelfstandig naamwoord
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • hoop [de ~] zelfstandig naamwoord
    • horde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • drom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gäng:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bende bunt; gäng; hord; liga; massa bråte; ihop sättning; klan; kotteri; röra
drom bunt; gäng; hord; massa flock; folkmassa; folksamling; grupp; hop; hord; massa
groep jongeren gäng; liga
hoop bunt; gäng; hord; massa ansamling; en hel del; en stor del; förhoppning; förväntan; förväntning; hopp; hög; ihop sättning; massa; massor; mycket; mängd; röra; skit; skitkorv; stor del; trave
horde bunt; gäng; hord; massa flock; grupp; hord; häck; massa
massa bunt; gäng; hord; massa ansamling; en stor del; flock; folkmassa; folksamling; grupp; hop; hord; massa; massor; mycket; vimmel
menigte bunt; gäng; hord; massa folkmassa; folksamling; hop; vimmel
meute gäng
partij grupp; gäng; lag fest; fotbollsmatch; förehavande; kamp; match; mängd; politiskt parti; spel; tillställning; tävling; vis summa
ploeg grupp; gäng; lag jordbruks redskap; plog
schare bunt; gäng; hord; massa flock; grupp; hord; massa
team grupp; gäng; lag team
troep gäng bråte; flock; folkmassa; folksamling; grupp; hop; hord; ihop blandat; ihop sättning; massa; oreda; röra
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
partij parti

Synoniemen voor "gäng":


Wiktionary: gäng

gäng
noun
  1. een informeel georganiseerde groep mensen, meestal met kwade of misdadige motieven

Cross Translation:
FromToVia
gäng bende Bande — kleine bis mittelgroße, kriminelle Gruppe von Menschen
gäng bende BandeGruppe von jung Leuten, die gerne mal Schabernack treiben

Verwante vertalingen van gång



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gång (Nederlands) in het Zweeds

gang:

gang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gang (corridor)
    korridor
  2. de gang (gangpad; passage; doorgang; doorloop)
    gång; passage
    • gång [-en] zelfstandig naamwoord
    • passage [-en] zelfstandig naamwoord
  3. de gang (snelheid; vaart; spoed; tempo)
    fart; hastighet
    • fart [-en] zelfstandig naamwoord
    • hastighet [-en] zelfstandig naamwoord
  4. de gang (uitstapje; reis; excursie; )
    resa; utflykt; tur; tripp; exkursion
    • resa [-ett] zelfstandig naamwoord
    • utflykt [-en] zelfstandig naamwoord
    • tur [-en] zelfstandig naamwoord
    • tripp [-en] zelfstandig naamwoord
    • exkursion [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exkursion dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje
fart gang; snelheid; spoed; tempo; vaart aandrift; daadkracht; dynamiek; elan; energie; esprit; fut; gloed; kracht; momentum; pit; puf; rijsnelheid; schielijkheid; stuwkracht; vlam; voortstuwing; vuur; werklust
gång doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage gangboord; loopvlak
hastighet gang; snelheid; spoed; tempo; vaart gauwigheid; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; rijsnelheid; spoed
korridor corridor; gang corridor; doorgang; hal; overloop; passage; portaal; verbindingsgang; wandelgang
passage doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage doorrit; gangboord; hal; overloop; overtocht; overvaart; passus; portaal; verbindingsgang; zeereis
resa dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht
tripp dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje dagtocht; excursie; uitstapje
tur dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje buitenkansje; gelukkig toeval; gelukstreffer; mazzel; meevaller; opsteker; rijtoer; ronde; toevalstreffer; tournee; treffer; voordeel
utflykt dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje dagje uit; dagtocht; excursie; excursies; pleziertocht; rit; rondreis; rondrit; snoepreisje; tochtje; toer; toertje; tour; trip; uitje; uitstapje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resa omhoogbrengen; ophogen; rechtop zetten; verhogen

Verwante woorden van "gang":


Verwante definities voor "gang":

  1. lange smalle ruimte waar deuren op uit komen1
    • het toilet is in de gang1
  2. manier van lopen1
    • de eend heeft een waggelende gang1
  3. onderdeel van de maaltijd1
    • een maaltijd met drie gangen1
  4. overdekte weg1
    • hij ontsnapte door een onderaardse gang1

Wiktionary: gang

gang
noun
  1. lange smalle ruimte

Cross Translation:
FromToVia
gang korridor corridor — narrow hall or passage
gang rätt course — part of a meal
gang gångstil; gång gait — manner of walking
gang gångart Gangart — die Weise, auf die man geht

Verwante vertalingen van gång