Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lik (Zweeds) in het Nederlands

lik:

lik bijvoeglijk naamwoord

  1. lik (likt)
    op elkaar lijkend; overeenkomend
  2. lik (lika väl som; lika mycket som; precis som)
    evenals; alsook; alsmede
  3. lik (likadan; likt; likadant; likartat)
    soortgelijk; gelijk

lik [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. lik (anatomi; body)
    de anatomie; het lichaam; het lijf
    • anatomie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lichaam [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lijf [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. lik (kadaver; as; död kropp)
    het kadaver; het lijk
    • kadaver [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lijk [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anatomie anatomi; body; lik anatomi
gelijk korrekthet; riktighet
kadaver as; död kropp; kadaver; lik
lichaam anatomi; body; lik byrå; kropp; lekamen; organisation; ämbetsverk
lijf anatomi; body; lik
lijk as; död kropp; kadaver; lik
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelijk lik; likadan; likadant; likartat; likt detsamma; identisk; jämnt; lent; lugn; lugnt; mild; milt; på en gång; slät; slätt
soortgelijk lik; likadan; likadant; likartat; likt analog; analogt; lika; likartad; likartat; likformig; likformigt; liknandet; likt; livärdigt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alsmede lik; lika mycket som; lika väl som; precis som likaväl som
alsook lik; lika mycket som; lika väl som; precis som likaväl som
evenals lik; lika mycket som; lika väl som; precis som likaväl som
op elkaar lijkend lik; likt
overeenkomend lik; likt

Synoniemen voor "lik":


Wiktionary: lik

lik
noun
  1. dood lichaam

Cross Translation:
FromToVia
lik lijk body — corpse
lik lijk corpse — dead body
lik overledene deceased — dead person
lik identieke; identiek; gelijke; gelijk equal — the same in all respects
lik identieke; identiek; gelijke; gelijk equal — mathematics: exactly identical
lik gelijk; zoals like — similar
lik kreng; lijk offal — a dead body
lik dezelfde; hetzelfde same — similar, alike
lik gelijkend similar — Having traits or characteristics in common; alike, comparable
lik gelijkend ähnlich — in manchem übereinstimmend, teilweise analog

Verwante vertalingen van lik



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lik (Nederlands) in het Zweeds

lik:

lik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lik (strafgevangenis; gevangenis; doos; )
    fängelse
  2. de lik (klodder; kwak; kledder)
    droppe; klick
    • droppe [-en] zelfstandig naamwoord
    • klick [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
droppe kledder; klodder; kwak; lik borrel; drop; dropping; druppel; kleine slok; neut; slokje; staande receptie
fängelse bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats
klick kledder; klodder; kwak; lik factie; groepering; klont; klonter
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
slickning lik; tongveeg

Verwante woorden van "lik":


lik vorm van likken:

likken werkwoord (lik, likt, likte, likten, gelikt)

  1. likken (aflikken)
    slicka; klå upp; slicka av
    • slicka werkwoord
    • klå upp werkwoord (klår upp, klådde upp, klått upp)
    • slicka av werkwoord (slickar av, slickade av, slickat av)

Conjugations for likken:

o.t.t.
  1. lik
  2. likt
  3. likt
  4. likken
  5. likken
  6. likken
o.v.t.
  1. likte
  2. likte
  3. likte
  4. likten
  5. likten
  6. likten
v.t.t.
  1. heb gelikt
  2. hebt gelikt
  3. heeft gelikt
  4. hebben gelikt
  5. hebben gelikt
  6. hebben gelikt
v.v.t.
  1. had gelikt
  2. had gelikt
  3. had gelikt
  4. hadden gelikt
  5. hadden gelikt
  6. hadden gelikt
o.t.t.t.
  1. zal likken
  2. zult likken
  3. zal likken
  4. zullen likken
  5. zullen likken
  6. zullen likken
o.v.t.t.
  1. zou likken
  2. zou likken
  3. zou likken
  4. zouden likken
  5. zouden likken
  6. zouden likken
en verder
  1. ben gelikt
  2. bent gelikt
  3. is gelikt
  4. zijn gelikt
  5. zijn gelikt
  6. zijn gelikt
diversen
  1. lik!
  2. likt!
  3. gelikt
  4. likkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

likken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het likken (aflikken)
    avslickning; slick

likken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de likken (gevangenissen; bakken; norren)
    fängelser

Vertaal Matrix voor likken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avslickning aflikken; likken
fängelser bakken; gevangenissen; likken; norren
slick aflikken; likken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klå upp aflikken; likken aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; billekoek geven; een pak slaag geven; iemand toetakelen; in elkaar timmeren; knuppelen; ranselen; toetakelen
slicka aflikken; likken
slicka av aflikken; likken

Verwante woorden van "likken":


Wiktionary: likken


Cross Translation:
FromToVia
likken slicka lick — to stroke with a tongue