Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- foglig:
-
Wiktionary:
- foglig → voldoend, passend, aan, volgzaam, coulant, goedig, handelbaar, toegevend, inschikkelijk, meegaand, toegeeflijk, toegevelijk
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor foglig (Zweeds) in het Nederlands
foglig:
-
foglig (mjuk; mjukt; fogligt; eftergivet; böjligt)
-
foglig (följsam; fogligt; flexibelt; följsamt)
inschikkelijk; soepel; meegaand; gewillig; toegeeflijk; gedwee; toegevend-
inschikkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
soepel bijvoeglijk naamwoord
-
meegaand bijvoeglijk naamwoord
-
gewillig bijvoeglijk naamwoord
-
toegeeflijk bijvoeglijk naamwoord
-
gedwee bijvoeglijk naamwoord
-
toegevend bijvoeglijk naamwoord
-
-
foglig (läraktig; fogligt; läraktigt; lätthanterligt)
onderworpen; volgzaam; gedwee; meegaand-
onderworpen bijvoeglijk naamwoord
-
volgzaam bijvoeglijk naamwoord
-
gedwee bijvoeglijk naamwoord
-
meegaand bijvoeglijk naamwoord
-
-
foglig (tjänstvillig; fogligt; följsamt; tjänstvilligt)
willig; dienstbaar; dienstwillig-
willig bijvoeglijk naamwoord
-
dienstbaar bijvoeglijk naamwoord
-
dienstwillig bijvoeglijk naamwoord
-
-
foglig (fogligt; undergivet)
-
foglig (fogligt)
-
foglig (knådbar; plastisk; formbart; fogligt; plastiskt; bearbetligt; knådbart)
Vertaal Matrix voor foglig:
Synoniemen voor "foglig":
Wiktionary: foglig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• foglig | → voldoend; passend; aan | ↔ complaisant — compliant |
• foglig | → volgzaam | ↔ docile — yielding to control |
• foglig | → coulant; goedig; handelbaar; toegevend; inschikkelijk; meegaand; toegeeflijk; toegevelijk | ↔ accommodant — Qui s’accommoder à tous et à tout. |