Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- val:
-
Wiktionary:
- val → keus, verkiezing, walvis
- val → keuzemogelijkeheid, keuze, verkiezing, walvis, optie, keur, keus
- väl → vrij goed, goed
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- val:
- vallen:
- Wiktionary:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor val (Zweeds) in het Nederlands
val:
-
val
-
val
-
val
de verkiezing -
val (urval; valmöjlighet; alternativ)
-
val (preferens; tycke; smak)
-
val (urval)
Vertaal Matrix voor val:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
keus | alternativ; urval; val; valmöjlighet | |
keuze | alternativ; preferens; smak; tycke; urval; val; valmöjlighet | antologi; omröstning; röstning; sortiment; texturval; urval; variation; votering |
keuzemogelijkheid | alternativ; urval; val; valmöjlighet | |
selectie | urval; val | ansamling; antologi; markering; samling; texturval; urval |
smaak | preferens; smak; tycke; val | smak |
uitverkiezing | val | |
uitverkoring | urval; val | |
verkiezing | val | |
voorkeur | preferens; smak; tycke; val | |
voorliefde | preferens; smak; tycke; val | |
walvis | val | val (zool.) |
Synoniemen voor "val":
Wiktionary: val
val
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• val | → keuzemogelijkeheid; keuze | ↔ choice — option or decision |
• val | → keuze | ↔ choice — selection or preference |
• val | → verkiezing | ↔ election — process of choosing a new leader or representatives |
• val | → walvis | ↔ whale — large sea mammal |
• val | → walvis | ↔ Wal — Zoologie: oft sehr großes, im Wasser lebendes Säugetier (Ordnung Cetácea) |
• val | → walvis | ↔ baleine — Grand cétacé. |
• val | → optie; verkiezing; keur; keus; keuze | ↔ choix — action de choisir. |
väl:
Synoniemen voor "väl":
Verwante vertalingen van val
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor val (Nederlands) in het Zweeds
val:
-
de val (hinderlaag; valstrik)
-
de val (minder worden; afname; terugloop; daling)
-
de val (teloorgang; ondergang; debacle; tenondergang)
-
de val (terechtkomen; landing)
Vertaal Matrix voor val:
Verwante woorden van "val":
Verwante definities voor "val":
Wiktionary: val
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• val | → fall | ↔ drop — a fall |
• val | → fall | ↔ fall — act of moving in gas or vacuum under the effect of gravity from a point to a lower point |
• val | → fall | ↔ fall — loss of greatness or status |
• val | → fall | ↔ Fall — Physik: eine schnelle Abwärtsbewegung |
• val | → fall | ↔ Fall — die Art und Weise des Herabhängens von Stoffen o. Ä. |
• val | → fall | ↔ Fall — Seemannssprache: ein hängendes Tau |
• val | → förödmjukelse | ↔ abaissement — action d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action. |
• val | → fallgrop; försåt | ↔ piège — instrument, machine dissimuler dont on se servir pour prendre des animal, comme les loups, les renards, etc. |
vallen:
-
vallen (op zijn bek gaan; ten val komen; onderuitgaan)
-
vallen (doodgaan; overlijden; sterven; bezwijken; omkomen; sneuvelen; heengaan; wegvallen; inslapen)
-
vallen (tuimelen; flikkeren; kiepen; kieperen; kelderen)
-
vallen (omlaagstorten)
-
vallen (naar beneden vallen; omlaagvallen)
-
vallen (sterk afnemen; inzakken; teruglopen)
Conjugations for vallen:
o.t.t.
- val
- valt
- valt
- vallen
- vallen
- vallen
o.v.t.
- viel
- viel
- viel
- vielen
- vielen
- vielen
v.t.t.
- ben gevallen
- bent gevallen
- is gevallen
- zijn gevallen
- zijn gevallen
- zijn gevallen
v.v.t.
- was gevallen
- was gevallen
- was gevallen
- waren gevallen
- waren gevallen
- waren gevallen
o.t.t.t.
- zal vallen
- zult vallen
- zal vallen
- zullen vallen
- zullen vallen
- zullen vallen
o.v.t.t.
- zou vallen
- zou vallen
- zou vallen
- zouden vallen
- zouden vallen
- zouden vallen
diversen
- val!
- valt!
- gevallen
- vallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het vallen (tuimelen)
Vertaal Matrix voor vallen:
Verwante woorden van "vallen":
Verwante definities voor "vallen":
Wiktionary: vallen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vallen | → falla | ↔ drop — to fall |
• vallen | → trilla; falla | ↔ fall — move to a lower position under the effect of gravity |
• vallen | → falla; ramla | ↔ fallen — unkontrolliert von oben nach unten bewegen (durch die Gravitation) |
• vallen | → stupa | ↔ fallen — sterben durch Gewalteinwirkung im Krieg |
• vallen | → sjunka | ↔ fallen — auf einen niedrigeren Wert sinken |
• vallen | → falla | ↔ fallen — einnehmen werden |
• vallen | → falla | ↔ tomber — Être entraîné de haut en bas par son poids |