Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
-
klots:
-
Wiktionary:
klots → blok -
Synoniemen voor "klots":
kloss
-
Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- klots:
- klotsen:
Zweeds
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor klots (Nederlands) in het Zweeds
klots:
-
klots (biljartballenbosting)
klickandet av biljardbollarna-
klickandet av biljardbollarna zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor klots:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klickandet av biljardbollarna | biljartballenbosting; klots |
Verwante woorden van "klots":
klotsen:
-
klotsen
Conjugations for klotsen:
o.t.t.
- klots
- klotst
- klotst
- klotsen
- klotsen
- klotsen
o.v.t.
- klotste
- klotste
- klotste
- klotsten
- klotsten
- klotsten
v.t.t.
- heb geklotst
- hebt geklotst
- heeft geklotst
- hebben geklotst
- hebben geklotst
- hebben geklotst
v.v.t.
- had geklotst
- had geklotst
- had geklotst
- hadden geklotst
- hadden geklotst
- hadden geklotst
o.t.t.t.
- zal klotsen
- zult klotsen
- zal klotsen
- zullen klotsen
- zullen klotsen
- zullen klotsen
o.v.t.t.
- zou klotsen
- zou klotsen
- zou klotsen
- zouden klotsen
- zouden klotsen
- zouden klotsen
diversen
- klots!
- klotst!
- geklotst
- klotsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor klotsen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
plaska | plons | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
plaska | klotsen | kabbelen; klateren; plonzen; spatten; spetteren |
skvätta | klotsen |