Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hämta:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hämta (Zweeds) in het Nederlands

hämta:

hämta werkwoord

  1. hämta
    pull
  2. hämta
    ophalen
    • ophalen werkwoord (haal op, haalt op, haalde op, haalden op, opgehaald)
  3. hämta

Vertaal Matrix voor hämta:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pull jumper; pullover
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
downloaden hämta
ophalen hämta få ihop; föda upp; hämta upp; resa upp; samla; samla in; uppfostra
pull hämta använda pull-teknik

Synoniemen voor "hämta":


Wiktionary: hämta


Cross Translation:
FromToVia
hämta halen fetch — To retrieve; to bear towards; to get
hämta halen get — fetch
hämta ophalen abholentransitiv: von einem Ort nehmen, um es (mit sich) an einen anderen zu bringen
hämta halen holen — etwas, jemanden zu sich kommen machen
hämta hozen; ontlenen; putten; scheppen puiser — Prendre de l’eau dans un puits, dans une rivière, à une source, etc.

Verwante vertalingen van hämta