Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sten:
  2. säten:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sten (Zweeds) in het Nederlands

sten:

sten bijvoeglijk naamwoord

  1. sten
    stenen
    • stenen bijvoeglijk naamwoord

sten [-en] zelfstandig naamwoord

  1. sten (tegelsten)
    de baksteen; de steen
    • baksteen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • steen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. sten (stenbumling; klippa)
    de kei; de steen; de rolsteen
    • kei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • steen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rolsteen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. sten
    de steen
    • steen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baksteen sten; tegelsten tegel
kei klippa; sten; stenbumling lurifax; plåsterstenar; smygare; spricka; stenar
rolsteen klippa; sten; stenbumling
steen klippa; sten; stenbumling; tegelsten sten formning
stenen stenar
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stenen sten av sten

Wiktionary: sten


Cross Translation:
FromToVia
sten steen Steinunzählbar: mineralisches Material
sten steen SteinKörper aus mineralischem Material
sten steen; rots rock — natural mineral aggregate
sten steen stone — substance
sten steen; steentje stone — small piece of stone
sten steen stone — medical: hard, stone-like deposit
sten stenen stone — constructed of stone
sten steen pierreroche qu’on emploie dans la construction des édifices, soit qu’on l’ait détacher des montagnes ou des rochers, soit qu’on l’ait extraire d’une carrière.

säten:

säten zelfstandig naamwoord

  1. säten (sittplatser)
    de zitjes
    • zitjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. säten (sittplatser)
    de zitplaatsen

Vertaal Matrix voor säten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zitjes sittplatser; säten
zitplaatsen sittplatser; säten

Verwante vertalingen van sten