Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. laglig:
  2. läglig:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor läglig (Zweeds) in het Nederlands

laglig:

laglig bijvoeglijk naamwoord

  1. laglig (legalt; lagligt)
    wettelijk; legitiem; legaal; wettig; rechtsgeldig; gewettigd

Vertaal Matrix voor laglig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gewettigd laglig; lagligt; legalt auktoriserad; auktoriserat; berättigad; berättigat; lagligt; legitimerat; legitimt; rättmätig; rättmätigt; övertygande
legaal laglig; lagligt; legalt
legitiem laglig; lagligt; legalt legitim
rechtsgeldig laglig; lagligt; legalt
wettelijk laglig; lagligt; legalt
wettig laglig; lagligt; legalt berättigad; berättigat; lagligt; legitimt; rättmätig; rättmätigt

Synoniemen voor "laglig":


Wiktionary: laglig


Cross Translation:
FromToVia
laglig rechtmatig; wettig lawful — conforming to or recognised by law or rules
laglig legaal; wettelijk; wettig; legitiem legal — allowed or prescribed by law

läglig:

läglig bijvoeglijk naamwoord

  1. läglig (passande; lämpligt; praktisk; )
    gelegen; van pas

Vertaal Matrix voor läglig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelegen fårmånligt; läglig; lägligt; lämpligt; passande; praktisk; praktiskt beläget; situerad; situerat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
van pas fårmånligt; läglig; lägligt; lämpligt; passande; praktisk; praktiskt

Synoniemen voor "läglig":


Wiktionary: läglig


Cross Translation:
FromToVia
läglig doelmatig; gemakkelijk; geschikt; gepast; passend opportun — Qui est à propos, selon le temps et le lieu.

Verwante vertalingen van läglig