Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. box:
  2. Box:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. box:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor box (Zweeds) in het Nederlands

box:

box [-en] zelfstandig naamwoord

  1. box (spjällåda; låda)
    het krat; de kist
    • krat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kist [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor box:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kist box; låda; spjällåda
krat box; låda; spjällåda
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
kist kista; låda

Synoniemen voor "box":


Wiktionary: box


Cross Translation:
FromToVia
box doos box — cuboid container
box tas case — piece of luggage that can be used to transport an apparatus

Box:

Box

  1. Box

Vertaal Matrix voor Box:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Crate Box

Verwante vertalingen van box



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor box (Nederlands) in het Zweeds

box:

box [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de box (opbergruimte)
    kartong; låda; förvaringslåda
  2. de box (babybox)
    hage
    • hage [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor box:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förvaringslåda box; opbergruimte
hage babybox; box wei
kartong box; opbergruimte bordpapier; karton; kartonnen doos
låda box; opbergruimte blik; blikje; bus; doos; kist; kluisje; krat; la; laatje; lade; opbergblik; opbergdoos; schuifla; schuiflade; trommel
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
låda kist

Verwante woorden van "box":


Wiktionary: box


Cross Translation:
FromToVia
box högtalare speaker — loudspeaker