Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skörd (Zweeds) in het Nederlands

skörd:

skörd [-en] zelfstandig naamwoord

  1. skörd
    de oogst; de pluk; de wijnoogst
    • oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pluk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wijnoogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. skörd
    het gewas; teelgewas
    • gewas [het ~] zelfstandig naamwoord
    • teelgewas [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. skörd
    de oogst
    • oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. skörd (vinst; utbyte)
    de oogst; opbrengst van een gewas
  5. skörd (gröda; årsväxt)
    de oogst; opbrengst van gewas; de pluk; de wijnoogst

Vertaal Matrix voor skörd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gewas skörd plantering; vegetation; växt; övertäckning
oogst gröda; skörd; utbyte; vinst; årsväxt avkastning; behållning; druvskörd; vinst; årgång
opbrengst van een gewas skörd; utbyte; vinst
opbrengst van gewas gröda; skörd; årsväxt
pluk gröda; skörd; årsväxt druvskörd; årgång
teelgewas skörd
wijnoogst gröda; skörd; årsväxt druvskörd; årgång

Synoniemen voor "skörd":


Wiktionary: skörd


Cross Translation:
FromToVia
skörd oogst; opbrengst crop — natural production for a specific year
skörd ontvangsten; inkomsten receipt — amount received
skörd oogst; opbrengst moissonrécolte des blés et autres céréales.
skörd oogst; opbrengst; pluk récolte — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van skörd