Zweeds

Uitgebreide vertaling voor regering (Zweeds) in het Nederlands

regering:

regering [-en] zelfstandig naamwoord

  1. regering (styre; styrelse; byråkrati)
    het bestuursapparaat; het regeringsapparaat
  2. regering
    de landsregering
  3. regering
    het staatsbestuur; het bewind
  4. regering
    de regering
    • regering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. regering (välde)
    het regentschap
  6. regering (regim; styrelse)
    het bewind; het regime; het regeringsstelsel; het staatsbestel

Vertaal Matrix voor regering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestuursapparaat byråkrati; regering; styre; styrelse
bewind regering; regim; styrelse
landsregering regering regeringen
regentschap regering; välde
regering regering riksdag
regeringsapparaat byråkrati; regering; styre; styrelse
regeringsstelsel regering; regim; styrelse
regime regering; regim; styrelse diet
staatsbestel regering; regim; styrelse
staatsbestuur regering

Wiktionary: regering


Cross Translation:
FromToVia
regering regering; overheid government — body with the power to make and/or enforce laws
regering troon; heerschap; bestuur; heerschappij reign — The exercise of sovereign power
regering regering Regierungkein Plural: das Regieren; Ausübung, Wahrnehmung staatlicher Macht nach Innen (gegenüber den Bürgern) und Außen (gegenüber anderen Staaten)
regering regering Regierung — leitendes Organ[7] eines Staates
regering regering; overheid; gouvernement; bestuur; bewind; heerschappij gouvernementaction, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor regering (Nederlands) in het Zweeds

regering:

regering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de regering (gouvernement; gezag; kabinet)
    riksdag
    • riksdag [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de regering
    regering

Vertaal Matrix voor regering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regering regering bestuursapparaat; bewind; landsregering; regentschap; regeringsapparaat; regeringsstelsel; regime; staatsbestel; staatsbestuur
riksdag gezag; gouvernement; kabinet; regering Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer; parlement; rijksdag

Verwante woorden van "regering":

  • regeringen

Verwante definities voor "regering":

  1. ministers die het land besturen1
    • de regering is benoemd door de koningin1

Wiktionary: regering


Cross Translation:
FromToVia
regering regering government — body with the power to make and/or enforce laws
regering Ministär ministry — complete body of government ministers
regering regering Regierungkein Plural: das Regieren; Ausübung, Wahrnehmung staatlicher Macht nach Innen (gegenüber den Bürgern) und Außen (gegenüber anderen Staaten)
regering regering Regierung — leitendes Organ[7] eines Staates
regering befallning; befäl; kommando; order commandement — À trier
regering styrelse; regering gouvernementaction, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.
regering ans tenue — Traductions à trier suivant le sens.