Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: lova

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: lova

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

lova:
- beloven; toezeggen; oploeven; prijzen; van een prijs voorzien
Wiktionary:
- lova → laveren, loven, prijzen, eren, beloven, beveiligen, in veiligheid brengen, veilig stellen, vrijwaren, behoeden, beschermen, toezeggen, uitloven, verzeggen, nakomen, naleven, uitvoeren, verrichten, vervullen, voltrekken, borg staan voor, garanderen, sponsoren, waarborgen, betuigen, verzekeren, assureren

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lova (Zweeds) in het Nederlands

lova:

lova werkwoord (lovar, lovade, lovat)

lova
beloven; toezeggen
- beloven werkwoord (beloof, belooft, beloofde, beloofden, beloofd)
- toezeggen werkwoord (zeg toe, zegt toe, zegde toe, zegden toe, toegezegd)
lova
oploeven
- oploeven werkwoord (loef op, loeft op, loefde op, loefden op, opgeloefd)
lova (prisa)
prijzen; van een prijs voorzien
- prijzen werkwoord (prijs, prijst, prijsde, prijsden, geprijsd)
- van een prijs voorzien werkwoord

Conjugations for lova:

presens

lovar
lovar
lovar
lovar
lovar
lovar

imperfekt

lovade
lovade
lovade
lovade
lovade
lovade

framtid 1

kommer att lova
kommer att lova
kommer att lova
kommer att lova
kommer att lova
kommer att lova

framtid 2

skall lova
skall lova
skall lova
skall lova
skall lova
skall lova

conditional

skulle lova
skulle lova
skulle lova
skulle lova
skulle lova
skulle lova

perfekt particip

har lovat
har lovat
har lovat
har lovat
har lovat
har lovat

imperfekt particip

hade lovat
hade lovat
hade lovat
hade lovat
hade lovat
hade lovat

blandad

lova!
lova!
lovad
lovande

1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor lova:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
prijzen		älskade
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beloven	lova
oploeven	lova
prijzen	lova; prisa	högt värdera någon; lovprisa någon
toezeggen	lova
van een prijs voorzien	lova; prisa

Synoniemen voor "lova":

svära; utlova; garantera; förespegla; tillförsäkra

Wiktionary: lova

Cross Translation:

From	To	Via
• lova	→ laveren	↔ lavieren — intransitiv, seemannssprachlich, veraltet: seitlings gegen den Wind segeln
• lova	→ loven	↔ loben — eine wertschätzende Aussage machen
• lova	→ loven; prijzen; eren	↔ praise — to give praise to
• lova	→ beloven	↔ promise — to commit to something or action
• lova	→ beveiligen; in veiligheid brengen; veilig stellen; vrijwaren; behoeden; beschermen; beloven; toezeggen; uitloven; verzeggen; nakomen; naleven; uitvoeren; verrichten; vervullen; voltrekken; borg staan voor; garanderen; sponsoren; waarborgen; betuigen; verzekeren; assureren	↔ assurer — rendre stable.
• lova	→ beloven; toezeggen; uitloven; verzeggen	↔ promettre — S’engager verbalement ou par écrit à quelque chose.

Verwante vertalingen van lova

lova att göra