Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: hotellgäst

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: hotellgäst

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

hotellgäst:
- Wiktionary:
  hotellgäst → gast

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hotellgäst (Zweeds) in het Nederlands

hotellgäst: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

hotell: hotel; herberg
GST: Belasting op goederen en diensten (GST)
gäst: gast; genodigde; logé; slaper; invité; slaapgast; overnachter; introducé

Wiktionary: hotellgäst

Cross Translation:

From	To	Via
• hotellgäst	→ gast	↔ guest — patron, customer