Osäker: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

osäker:
- lastige; ongewis; niet zeker; onvast; twijfelmoedig; halfslachtig; wankelmoedig; onstandvastig; hachelijk; gewaagd; gevaarlijk
Wiktionary:
- osäker → dubbelzinnig, ambigu, onbeslist

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor osäker (Zweeds) in het Nederlands

osäker (pinsamt; pinsam; klumpig; osäkert; klumpigt)
lastige
- lastige bijvoeglijk naamwoord
osäker (osäkert)
ongewis; niet zeker; onvast
- ongewis bijvoeglijk naamwoord
- niet zeker bijvoeglijk naamwoord
- onvast bijvoeglijk naamwoord
osäker (tveksam; osäkert; tveksamt; vacklande; fladdandet; vankelmodigt; vacklandet)
twijfelmoedig; halfslachtig; wankelmoedig; onstandvastig
- twijfelmoedig bijvoeglijk naamwoord
- halfslachtig bijvoeglijk naamwoord
- wankelmoedig bijvoeglijk naamwoord
- onstandvastig bijvoeglijk naamwoord
osäker (riskabel; farligt; riskabelt)
hachelijk; gewaagd; gevaarlijk
- hachelijk bijvoeglijk naamwoord
- gewaagd bijvoeglijk naamwoord
- gevaarlijk bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gevaarlijk	farligt; osäker; riskabel; riskabelt	farlig; förrädisk; hotande; hotandet; riskabelt; skräckinjagande
gewaagd	farligt; osäker; riskabel; riskabelt	vågande
hachelijk	farligt; osäker; riskabel; riskabelt	farlig; farligt; känslig; känsligt; prekärt; riskabelt; riskfyllt
halfslachtig	fladdandet; osäker; osäkert; tveksam; tveksamt; vacklande; vacklandet; vankelmodigt	motsträvig; motvilligt; ogärna
ongewis	osäker; osäkert
onstandvastig	fladdandet; osäker; osäkert; tveksam; tveksamt; vacklande; vacklandet; vankelmodigt
onvast	osäker; osäkert	ostadig; ostadigt; raglande; vingligt
twijfelmoedig	fladdandet; osäker; osäkert; tveksam; tveksamt; vacklande; vacklandet; vankelmodigt
wankelmoedig	fladdandet; osäker; osäkert; tveksam; tveksamt; vacklande; vacklandet; vankelmodigt	motsträvig; motvilligt; ogärna
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lastige	klumpig; klumpigt; osäker; osäkert; pinsam; pinsamt
niet zeker	osäker; osäkert

tafatt; diffus; inte säker; oviss; otrygg; vacklande; velig; tvekande; tveksam; tvivel; tvehågsen

Cross Translation:

From	To	Via
• osäker	→ dubbelzinnig; ambigu	↔ ambiguous — open to multiple interpretations
• osäker	→ onbeslist	↔ indecisive — inconclusive or uncertain