Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- lock:
- Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- locken:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor lock (Zweeds) in het Nederlands
lock:
-
lock
-
lock
-
lock
-
lock
-
lock (hårlock)
de haarsliert -
lock (hårlock)
Vertaal Matrix voor lock:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
deksel | lock | glasklocka |
deksels | lock | |
haarsliert | hårlock; lock | |
krul | hårlock; lock | hårlock; pissoar; urinoar |
krullende haarlok | hårlock; lock | |
krulletje | hårlock; lock | |
krulvorm | lock | |
lid | lock | avsnitt; dimensionsmedlem; medlem; paragraf; penis; snopp |
vuldoppen | lock |
Synoniemen voor "lock":
Wiktionary: lock
lock
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lock | → kap; deksel | ↔ cover — lid |
• lock | → deksel | ↔ lid — top or cover |
• lock | → lok | ↔ lock — length of hair |
• lock | → deksel | ↔ top — lid, cap, cover |
• lock | → deksel | ↔ Deckel — Vorrichtung zum Abdecken oder Verschließen |
• lock | → deksel; dekplaat | ↔ couvercle — pièce fixer ou non à un récipient et qui s’adapter à son ouverture pour le fermer plus ou moins hermétiquement. |
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van lock
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor lock (Nederlands) in het Zweeds
lock vorm van locken:
-
locken (vergrendelen; afsluiten; sluiten; afgrendelen; op slot zetten; op slot doen; grendelen; borgen; dichtdoen; dichtmaken)
Conjugations for locken:
o.t.t.
- lock
- lockt
- lockt
- locken
- locken
- locken
o.v.t.
- lockte
- lockte
- lockte
- lockten
- lockten
- lockten
v.t.t.
- heb gelockt
- hebt gelockt
- heeft gelockt
- hebben gelockt
- hebben gelockt
- hebben gelockt
v.v.t.
- had gelockt
- had gelockt
- had gelockt
- hadden gelockt
- hadden gelockt
- hadden gelockt
o.t.t.t.
- zal locken
- zult locken
- zal locken
- zullen locken
- zullen locken
- zullen locken
o.v.t.t.
- zou locken
- zou locken
- zou locken
- zouden locken
- zouden locken
- zouden locken
diversen
- lock!
- lockt!
- gelockt
- lockend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor locken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
låsa | afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen | aandraaien; afsluiten; dichtdoen; door draaien vastmaken |
Computer vertaling door derden: