Zweeds

Uitgebreide vertaling voor behag (Zweeds) in het Nederlands

behag:

behag [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. behag (njutning; åtnjutande; nöje)
    het genoegen; het plezier; de aardigheid

Vertaal Matrix voor behag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aardigheid behag; njutning; nöje; åtnjutande gåva; liten gåva; nöje; present; skoj; skämt; vits; vänlighet; älskvärdhet
genoegen behag; njutning; nöje; åtnjutande begär; glädje; lust; nöje; passion; tillfredställd; upptåg; vara nöjd med
plezier behag; njutning; nöje; åtnjutande förlustelse; gladhet; gladlynthet; glatt lynne; glädje; glättighet; munterhet; nöje; nöjsamhet; rolighet; skoj; skojighet; skämt; upptåg

Synoniemen voor "behag":


Wiktionary: behag


Cross Translation:
FromToVia
behag elegantie; zwier EleganzGewandtheit, Anmut
behag gunst Gefallen — Handlung oder Unterlassung, mit der man jemand anderem uneigennützig einen Dienst erweist; etwas, was man nur einem anderen zuliebe tut, um ihn zu unterstützen
behag attractie; aantrekkingskracht Reiz — verlockende Wirkung, die von einer Sache oder Person ausgeht
behag genoegen; welbehagen; plezier pleasure — a state of being pleased
behag genoegen; plezier; pret; vermaak; behagen; welbehagen; welgevallen; zin plaisirsentiment, sensation agréable.
behag distinctie; elegantie élégancegrâce des formes qui se manifester dans les productions de la nature et de l’art.

Verwante vertalingen van behag