Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: begå

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: begå

Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. begå:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. begaan:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor begå (Zweeds) in het Nederlands

begå:

begå werkwoord (begår, begick, begått)

  1. begå (föröva; göra sig skyldig till)
    begaan; per ongeluk doen
  2. begå (föröva)
    plegen
    • plegen werkwoord (pleeg, pleegt, pleegde, pleegden, gepleegd)

Conjugations for begå:

presens
  1. begår
  2. begår
  3. begår
  4. begår
  5. begår
  6. begår
imperfekt
  1. begick
  2. begick
  3. begick
  4. begick
  5. begick
  6. begick
framtid 1
  1. kommer att begå
  2. kommer att begå
  3. kommer att begå
  4. kommer att begå
  5. kommer att begå
  6. kommer att begå
framtid 2
  1. skall begå
  2. skall begå
  3. skall begå
  4. skall begå
  5. skall begå
  6. skall begå
conditional
  1. skulle begå
  2. skulle begå
  3. skulle begå
  4. skulle begå
  5. skulle begå
  6. skulle begå
perfekt particip
  1. har begått
  2. har begått
  3. har begått
  4. har begått
  5. har begått
  6. har begått
imperfekt particip
  1. hade begått
  2. hade begått
  3. hade begått
  4. hade begått
  5. hade begått
  6. hade begått
blandad
  1. begå!
  3. begå!
  5. begången
  6. begående
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor begå:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begaan begå; föröva; göra sig skyldig till
per ongeluk doen begå; föröva; göra sig skyldig till
plegen begå; föröva

Synoniemen voor "begå":


Wiktionary: begå

begå
verb
  1. een gewoonlijk verboden handeling uitvoeren
Cross Translation:
FromToVia
• begå → in de fout gaan; een fout maken ↔ mistake — To make an error

Verwante vertalingen van begå



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor begå (Nederlands) in het Zweeds

begaan:

begaan werkwoord (bega, begaat, beging, negingen, begaan)

  1. begaan (per ongeluk doen)
    göra sig skyldig till; begå; föröva
    • göra sig skyldig till werkwoord (gör sig skyldig till, gjorde sig skyldig till, gjort sig skyldig till)
    • begå werkwoord (begår, begick, begått)
    • föröva werkwoord (förövar, förövade, förövat)

Conjugations for begaan:

o.t.t.
  1. bega
  2. begaat
  3. begaat
  4. begaan
  5. begaan
  6. begaan
o.v.t.
  1. beging
  2. beging
  3. beging
  4. begingen
  5. negingen
  6. begingen
v.t.t.
  1. heb begaan
  2. hebt begaan
  3. heeft begaan
  4. hebben begaan
  5. hebben begaan
  6. hebben begaan
v.v.t.
  1. had begaan
  2. had begaan
  3. had begaan
  4. hadden begaan
  5. hadden begaan
  6. hadden begaan
o.t.t.t.
  1. zal begaan
  2. zult begaan
  3. zal begaan
  4. zullen begaan
  5. zullen begaan
  6. zullen begaan
o.v.t.t.
  1. zou begaan
  2. zou begaan
  3. zou begaan
  4. zouden begaan
  5. zouden begaan
  6. zouden begaan
diversen
  1. bega!
  2. begaat!
  5. begaan
  6. begaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor begaan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begå begaan; per ongeluk doen plegen
föröva begaan; per ongeluk doen plegen
göra sig skyldig till begaan; per ongeluk doen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0307 seconde
Page rendered in 1.0 seconds