Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- modig:
-
Wiktionary:
- modig → dapper, moedig
- modig → moedig, onvervaard, onversaagd, kloek, kordaat, boud, dapper, koen
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor modig (Zweeds) in het Nederlands
modig:
-
modig (käckt; modigt; frimodigt; frimodig)
stoutmoedig; koen; onbeducht; onverschrokken; onbevreesd; vermetel; manmoedig; onvervaard; kranig-
stoutmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
koen bijvoeglijk naamwoord
-
onbeducht bijvoeglijk naamwoord
-
onverschrokken bijvoeglijk naamwoord
-
onbevreesd bijvoeglijk naamwoord
-
vermetel bijvoeglijk naamwoord
-
manmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
onvervaard bijvoeglijk naamwoord
-
kranig bijvoeglijk naamwoord
-
-
modig (iskall; iskallt; dristigt; modigt)
brutaal; vrijpostig; hondsbrutaal-
brutaal bijvoeglijk naamwoord
-
vrijpostig bijvoeglijk naamwoord
-
hondsbrutaal bijvoeglijk naamwoord
-
-
modig (djärv; modigt; tappert; djärvt)
Vertaal Matrix voor modig:
Synoniemen voor "modig":
Wiktionary: modig
modig
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• modig | → moedig | ↔ bold — courageous, daring |
• modig | → moedig | ↔ brave — strong in the face of fear |
• modig | → onvervaard; onversaagd | ↔ intrepid — fearless |
• modig | → kloek; kordaat | ↔ beherzt — voller Herz, Mut |
• modig | → kloek | ↔ kühn — von Personen: der Gefahr trotzend und ihr entschlossen entgegentretend |
• modig | → moedig | ↔ mutig — voller Mut, Mut aufbringend |
• modig | → boud; dapper; kloek; koen; moedig | ↔ courageux — Qui faire preuve de courage face au danger ou à l’adversité. |