Farlig: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

farlig:
- gevaarlijk; risicovol; hachelijk; riskant; zorgwekkend; kritiek; benard; penibel; benauwd; ernstig; zorgelijk; bedreigend; onveilig; risicodragend
Wiktionary:
- farlig → gevaarlijk
- farlig → gevaarlijk, gevaarlijke, bedreigend, hachelijk, link, bedenkelijk, gewaagd, riskant, waaghalzerig

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor farlig (Zweeds) in het Nederlands

farlig (riskabelt)
gevaarlijk; risicovol; hachelijk; riskant
- gevaarlijk bijvoeglijk naamwoord
- risicovol bijvoeglijk naamwoord
- hachelijk bijvoeglijk naamwoord
- riskant bijvoeglijk naamwoord
farlig (farligt; riskfyllt)
zorgwekkend; kritiek; benard; hachelijk; penibel; benauwd; ernstig; zorgelijk
- zorgwekkend bijvoeglijk naamwoord
- kritiek bijvoeglijk naamwoord
- benard bijvoeglijk naamwoord
- hachelijk bijvoeglijk naamwoord
- penibel bijvoeglijk naamwoord
- benauwd bijvoeglijk naamwoord
- ernstig bijvoeglijk naamwoord
- zorgelijk bijvoeglijk naamwoord
farlig (hotande; hotandet)
bedreigend; gevaarlijk
- bedreigend bijvoeglijk naamwoord
- gevaarlijk bijvoeglijk naamwoord
farlig (farligt; osäkert)
onveilig
- onveilig bijvoeglijk naamwoord
farlig (farligt; riskabelt)
risicodragend
- risicodragend bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kritiek		kommentar; kritik; recension
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bedreigend	farlig; hotande; hotandet
benard	farlig; farligt; riskfyllt
benauwd	farlig; farligt; riskfyllt	instängd; instängt; kvalmigt; kvav; kvavt
ernstig	farlig; farligt; riskfyllt	allvarlig; allvarligt; allvarsam; allvarsamt; grav; gravt; kritiskt; oroande; oroandet; seriös; seriöst; äkta; ärlig; ärligt
gevaarlijk	farlig; hotande; hotandet; riskabelt	farligt; förrädisk; osäker; riskabel; riskabelt; skräckinjagande
hachelijk	farlig; farligt; riskabelt; riskfyllt	farligt; känslig; känsligt; osäker; prekärt; riskabel; riskabelt
kritiek	farlig; farligt; riskfyllt	känslig; känsligt; prekärt
onveilig	farlig; farligt; osäkert
penibel	farlig; farligt; riskfyllt	känslig; känsligt; prekärt
risicodragend	farlig; farligt; riskabelt
risicovol	farlig; riskabelt
riskant	farlig; riskabelt
zorgelijk	farlig; farligt; riskfyllt	oroande
zorgwekkend	farlig; farligt; riskfyllt	oroande

farlig

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• farlig	→ gevaarlijk; gevaarlijke	↔ dangerous — full of danger
• farlig	→ bedreigend; gevaarlijk	↔ dicey — fraught with danger
• farlig	→ gevaarlijk	↔ perilous — Dangerous, full of peril
• farlig	→ gevaarlijk	↔ gefährlich — mit Gefahr, Risiko verbunden
• farlig	→ gevaarlijk; hachelijk; link	↔ dangereux — Qui met en danger (sens général)
• farlig	→ bedenkelijk; gewaagd; riskant; waaghalzerig; gevaarlijk; hachelijk; link	↔ périlleux — Qui est dangereux, où il y a du péril.
• farlig	→ gevaarlijk; hachelijk; link	↔ redoutable — Qui être à redouter.