Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- frack:
- fräck:
-
Wiktionary:
- fräck → schaamteloos, brutaal, grof, onbescheiden, onbeschaamd, gedurfd, stout, stoutmoedig, vermetel, waaghalzerig, boud, dapper, driest, koen, impertinent
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor fräck (Zweeds) in het Nederlands
frack:
-
frack
-
frack
Vertaal Matrix voor frack:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
frak | frack | |
jacquet | frack | |
pandjesjas | frack | |
rokjas | frack |
fräck:
-
fräck (dristig; fräckt; djärvt; dristigt)
-
fräck (tvetydig; fräckt; tvetydigt; dubbeltydigt)
met een obscene bijbetekenis; dubbelzinnig-
met een obscene bijbetekenis bijvoeglijk naamwoord
-
dubbelzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fräck:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
driest | djärvt; dristig; dristigt; fräck; fräckt | |
dubbelzinnig | dubbeltydigt; fräck; fräckt; tvetydig; tvetydigt | mångtydigt; tvetydig; tvetydigt |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
met een obscene bijbetekenis | dubbeltydigt; fräck; fräckt; tvetydig; tvetydigt |
Synoniemen voor "fräck":
Wiktionary: fräck
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fräck | → schaamteloos; brutaal; grof | ↔ brazen — Impudent, immodest, or shameless |
• fräck | → onbescheiden | ↔ immodest — lacking modesty |
• fräck | → onbeschaamd | ↔ sassy — impudent |
• fräck | → brutaal; gedurfd; stout; stoutmoedig; vermetel; waaghalzerig; boud | ↔ audacieux — Qui a de l’audace, hardi, osé. |
• fräck | → dapper; driest; koen; brutaal; impertinent | ↔ hardi — Qui ose beaucoup. |