Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: mentor

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: mentor

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

mentor:
- leraar; docent; leermeester; instructeur
Wiktionary:
- mentor → leidsman

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

mentor:
- fömyndare; uppsyningslärare; övervakare; privatlärare; informator
Wiktionary:
- mentor → informator, lärare, guvernant, privatlärare

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor mentor (Zweeds) in het Nederlands

mentor:

mentor [-en] zelfstandig naamwoord

mentor (lärare; mästare; instruktör; informator)
de leraar; de docent; de leermeester; de instructeur
- leraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- docent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- leermeester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- instructeur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mentor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
docent	informator; instruktör; lärare; mentor; mästare
instructeur	informator; instruktör; lärare; mentor; mästare	instruktör; lärare; tränare
leermeester	informator; instruktör; lärare; mentor; mästare	instruktör; lärare; tränare
leraar	informator; instruktör; lärare; mentor; mästare	instruktör; lärare; skollärare; skolmästare

Synoniemen voor "mentor":

guide; handledare

Wiktionary: mentor

Cross Translation:

From	To	Via
• mentor	→ leidsman	↔ mentor — A wise and trusted counselor or teacher

Computer vertaling door derden:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mentor (Nederlands) in het Zweeds

mentor:

mentor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de mentor (begeleider)
fömyndare; uppsyningslärare; övervakare; privatlärare; informator
- fömyndare zelfstandig naamwoord
- uppsyningslärare zelfstandig naamwoord
- övervakare [-en] zelfstandig naamwoord
- privatlärare zelfstandig naamwoord
- informator [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mentor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fömyndare	begeleider; mentor
informator	begeleider; mentor	docent; instructeur; leermeester; leraar; opleidster
privatlärare	begeleider; mentor	huisleraar; oefenmeester; opleidster; repetitor
uppsyningslärare	begeleider; mentor
övervakare	begeleider; mentor	reclasseringsambtenaar; suppoosten; toezichthouders; zaalwachters

Verwante woorden van "mentor":

mentoren, mentors

Wiktionary: mentor

Cross Translation:

From	To	Via
• mentor	→ informator; lärare; guvernant; privatlärare	↔ tutor — one who teaches another

Computer vertaling door derden: