Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. barn:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. barn:
    • Wiktionary:
      barn → barn


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor barn (Zweeds) in het Nederlands

barn:

barn [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. barn
    het kind; het klein meisje; de kleuter; het kleintje; kleine jongen; klein kind
  2. barn
    het kind
    • kind [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor barn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kind barn baby; spädbarn
klein kind barn baby; litet barn; spädbarn
klein meisje barn
kleine jongen barn baby pojke
kleintje barn baby; litet barn; spädbarn
kleuter barn baby; litet barn; spädbarn

Synoniemen voor "barn":


Wiktionary: barn

barn
noun
  1. eenheid van oppervlakte in de atoomfysica, 10−28

Cross Translation:
FromToVia
barn kind child — a female or male child, a daughter or son
barn kind child — a minor
barn kind child — (computing) object which has a subservient or derivative role relative to another object
barn kind Kindheranwachsender Mensch, kein Baby mehr, aber noch kein Jugendlicher
barn kind Kind — Mensch, mit Bezug auf seine familiäre Zugehörigkeit (Beziehung der Abkommenschaft)
barn kind Kind — vertrauliche Anrede
barn kind; wicht enfantgarçon ou fille qui n’a pas encore atteint l’adolescence.

Verwante vertalingen van barn