Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- oundviklig:
-
Wiktionary:
- oundviklig → onafwendbaar, onvermijdelijk, onontkoombaar
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor oundviklig (Zweeds) in het Nederlands
oundviklig:
-
oundviklig (oundvikligt)
onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverbiddelijke-
onverbiddelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onvermurwbaar bijvoeglijk naamwoord
-
onverbiddelijke bijvoeglijk naamwoord
-
-
oundviklig (oundvikligt)
onvermijdelijk; onafwendbaar-
onvermijdelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onafwendbaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor oundviklig:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onafwendbaar | oundviklig; oundvikligt | definitiv; definitivt; nödvändigt; oundvikligt; oåterkallelig; oåterkalleligt |
onverbiddelijk | oundviklig; oundvikligt | obevekligt; oböjlig; oböjligt; oförsonligt; sträng; strängt |
onvermijdelijk | oundviklig; oundvikligt | definitiv; definitivt; nödvändigt; oundvikligt; oåterkallelig; oåterkalleligt |
onvermurwbaar | oundviklig; oundvikligt | exakt; obevekligt; oböjlig; oböjligt; oförsonligt; stringent; sträng; strängt |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onverbiddelijke | oundviklig; oundvikligt |
Synoniemen voor "oundviklig":
Wiktionary: oundviklig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• oundviklig | → onafwendbaar; onvermijdelijk | ↔ inevitable — impossible to avoid or prevent |
• oundviklig | → onvermijdelijk; onontkoombaar; onafwendbaar | ↔ inévitable — Qu’on ne peut éviter (1): |