Zweeds

Uitgebreide vertaling voor agent (Zweeds) in het Nederlands

agent:

agent [-en] zelfstandig naamwoord

  1. agent (ackvisitör; försäljare)
    de acquisiteur; de colporteur
  2. agent (manager)
    de impresario
  3. agent (försäljare; representant)
    verkoopagent
  4. agent
    de agent
    • agent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor agent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acquisiteur ackvisitör; agent; försäljare
agent agent polis; poliskonstapel
colporteur ackvisitör; agent; försäljare gatuförsäljare; gatuhandlare
impresario agent; manager
verkoopagent agent; försäljare; representant

Synoniemen voor "agent":


Wiktionary: agent


Cross Translation:
FromToVia
agent agent; vertegenwoordiger; tussenpersoon agent — one who acts in place of another
agent bewerker agent — active power or cause
agent handelend persoon agent — grammar: performer of the action in a sentence
agent bedrijver; agent; politieagent; smeris; dealer; vertegenwoordiger agent — Celui, celle, ce qui agit.
agent vertegenwoordiger; zaakbezorger; zaakwaarnemer; exponent; makelaar; afgevaardigde; gedelegeerde représentant — Celui, celle qui en représenter un autre, qui tenir sa place, qui recevoir de lui des pouvoirs pour agir en son nom.

Verwante vertalingen van agent



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor agent (Nederlands) in het Zweeds

agent:

agent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de agent (politieagent; konstabel; gerechtsdienaar; diender)
    polis; poliskonstapel
  2. de agent
    agent
    • agent [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor agent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agent agent acquisiteur; colporteur; impresario; verkoopagent
polis agent; diender; gerechtsdienaar; konstabel; politieagent politie; politieagent; smeris
poliskonstapel agent; diender; gerechtsdienaar; konstabel; politieagent

Verwante woorden van "agent":

  • agenten, agents

Verwante definities voor "agent":

  1. iemand die bij de politie werkt1
    • deze agent heeft mij een bon gegeven1

Wiktionary: agent


Cross Translation:
FromToVia
agent agent agent — one who acts in place of another
agent polis; poliskonstapel police officer — an officer in a law enforcement agency
agent konstapel; poliskonstapel; agent agent — Celui, celle, ce qui agit.

Verwante vertalingen van agent