Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: var

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: var

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

var:
- waarin
- pus; etter
vår:
- onze; onzer
- lente; voorjaar; voorjaarstijd; lentetijd
Wiktionary:
- var → waar
- var → elk, ieder, etter, pus, waar, waarvan, waarvandaan, waarheen
- vår → voorjaar, lente, ons, onze, het onze, de onze, die van ons

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

var:
- Wiktionary:
  var → galt

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor var (Zweeds) in het Nederlands

var:

var bijvoeglijk naamwoord

var
waarin
- waarin bijwoord

var [-ett] zelfstandig naamwoord

var (medicin var)
de pus; de etter
- pus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- etter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor var:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
etter	medicin var; var	kryp; äckel
pus	medicin var; var
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
waarin	var

Synoniemen voor "var":

varje; varenda; vart

Wiktionary: var

var

adverb

op welke plaats
- waar → var

Cross Translation:

From	To	Via
• var	→ elk; ieder	↔ every — all of a countable group
• var	→ etter; pus	↔ pus — fluid found in regions of infection
• var	→ waar; waarvan; waarvandaan	↔ where — at or in which place
• var	→ waar; waarheen; waarvan; waarvandaan	↔ where — at what place; to what place; from what place

vår:

vår bijvoeglijk naamwoord

vår (vårt)
onze
- onze bijvoeglijk naamwoord
vår
onzer
- onzer bijvoeglijk naamwoord

vår [-en] zelfstandig naamwoord

vår
de lente
– seizoen waarin planten weer gaan groeien ¹
- lente [de ~] zelfstandig naamwoord
  - in de lente gaan de vogels broeden¹
het voorjaar; voorjaarstijd; de lentetijd
- voorjaar [het ~] zelfstandig naamwoord
- voorjaarstijd [znw.] zelfstandig naamwoord
- lentetijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vår:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lente	vår
lentetijd	vår
voorjaar	vår
voorjaarstijd	vår
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
onze	vår; vårt
onzer	vår

Wiktionary: vår

Cross Translation:

From	To	Via
• vår	→ voorjaar; lente	↔ Frühling — eine der vier Jahreszeiten der gemäßigten Zonen
• vår	→ lente	↔ Lenz — poetisch: die erste Jahreszeit, Frühling
• vår	→ ons	↔ unser — Form des Possessivpronomens „unser, uns[e]re, unser“: Zeigt den Besitz, das Eigentum oder die Zugehörigkeit einer Person beziehungsweise Sache zu einer Gruppe an, der der Sprecher angehört
• vår	→ ons; onze	↔ our — belonging to us
• vår	→ het onze; de onze; die van ons	↔ ours — that which belongs to us
• vår	→ lente; voorjaar	↔ spring — first season
• vår	→ lente	↔ printemps — L’une des quatre saisons de l’année, entre l’hiver et l’été. Dans l’hémisphère nord, le printemps astronomique s’étend du 7 février au 7 mai, l’équinoxe de printemps représentant le milieu du printemps. Le printemps météorologique (demi-saison se trouvant entre les saison

Verwante vertalingen van var

¹Muiswerk Woordenboek