Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: nyck

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: nyck

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

nyck:
- opwelling; impuls; luim; prikkel; kuur; gril; nuk; bui
Wiktionary:
- nyck → manie, rage, verslaafdheid, verslaving, addictie

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nyck (Zweeds) in het Nederlands

nyck:

nyck [-en] zelfstandig naamwoord

nyck (infall; impuls)
de opwelling; de impuls; de luim; de prikkel
- opwelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- impuls [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- luim [de ~] zelfstandig naamwoord
- prikkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
nyck (infall)
de luim; de kuur; de gril; de nuk; de bui
- luim [de ~] zelfstandig naamwoord
- kuur [de ~] zelfstandig naamwoord
- gril [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- nuk [de ~] zelfstandig naamwoord
- bui [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nyck:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bui	infall; nyck	dusch; humör; regnskur; skur
gril	infall; nyck
impuls	impuls; infall; nyck	ansättande; krävande; lyft; puff uppåt; tillmanande; uppsving
kuur	infall; nyck
luim	impuls; infall; nyck
nuk	infall; nyck
opwelling	impuls; infall; nyck	infall
prikkel	impuls; infall; nyck	ansporrande; lyft; puff uppåt; sporre; sporrning; stimulerande; uppsving; övertalande

Synoniemen voor "nyck":

infall; påhitt

Wiktionary: nyck

Cross Translation:

From	To	Via
• nyck	→ manie; rage; verslaafdheid; verslaving; addictie	↔ lubie — caprice extravagant.

Verwante vertalingen van nyck

barns nyck