Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor toalett (Zweeds) in het Nederlands

toalett:

toalett [-en] zelfstandig naamwoord

  1. toalett (WC)
    het toilet; de plee; de WC; het closet
    • toilet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • plee [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • WC [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • closet [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. toalett
    de wc
    • wc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. toalett
    de latrine
    • latrine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. toalett (badrum)
    de doucheruimte

Vertaal Matrix voor toalett:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
WC WC; toalett
closet WC; toalett
doucheruimte badrum; toalett
latrine toalett
plee WC; toalett
toilet WC; toalett
wc toalett

Synoniemen voor "toalett":

  • hemlighus; klosett; muggen; skithus; skitstol; dass; vattenklosett; latrin; mugg; toa; wc

Wiktionary: toalett


Cross Translation:
FromToVia
toalett toilet bathroom — a room containing a toilet
toalett kledij; kleding dress — apparel
toalett toilet; WC restroom — public room containing a toilet
toalett toilet toilet — personal grooming
toalett badkamer toilet — bathroom with toilet
toalett toilet; WC toilet — lavatory, w.c. (the room)
toalett toiletpot toilet — ceramic bowl
toalett toilet; urinoir; wc Toilette — eine sanitäre Vorrichtung oder Anlage zur Aufnahme von Körperausscheidungen
toalett advocatenkantoor; privaat; toilet; gemak; plee; kleinste kamertje cabinet — Petite pièce retirée.

Verwante vertalingen van toalett