Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kraftlöshet (Zweeds) in het Nederlands

kraftlöshet:

kraftlöshet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kraftlöshet (maktlöshet; vanmäktighet)
    de onmacht; geen kracht hebben
  2. kraftlöshet
    de onmacht; de impotentie; de krachteloosheid

Vertaal Matrix voor kraftlöshet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geen kracht hebben kraftlöshet; maktlöshet; vanmäktighet
impotentie kraftlöshet
krachteloosheid kraftlöshet fragilitet; svaghet
onmacht kraftlöshet; maktlöshet; vanmäktighet

Synoniemen voor "kraftlöshet":