Zweeds

Uitgebreide vertaling voor glad (Zweeds) in het Nederlands

glad:

glad bijvoeglijk naamwoord

  1. glad (glatt)
    vrolijk; blij; opgewekt; blijmoedig; opgetogen; blijgestemd
  2. glad (glatt)
    jolig; uitgelaten
  3. glad (livligt; livaktig; glatt; )
    vrolijk; levendig; levenslustig; opgewekt; monter; blij; dartel; blijmoedig; tierig; opgetogen
  4. glad (trevlig; lycklig; trevligt; )
    heugelijk; heuglijk; verblijdend
  5. glad (glatt; tillfredställt)
    tevreden; gelukkig; voldaan; vergenoegd
  6. glad (glädjerik; glatt; glädjefullt; glädjerikt)
    vreugdevol
  7. glad (skämtsam; livligt; angenäm; trevligt; behagligt)
    aangenaam; plezierig
  8. glad (muntert; glättig; glättigt; glatt)
    opgetogen; opgewekt

Vertaal Matrix voor glad:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangenaam angenäm; behagligt; glad; livligt; skämtsam; trevligt angenäm; angenämt; behaglig; behagligt; bekväm; bekvämt; beskedlig; beskedligt; glatt; godsint; hur står det till; hyggligt; lycklig; lyckligt; njutbart; skön; skönt; trevlig; trevligt; trevligt att träffas; välvillig; välvilligt; vänligt
blij glad; glatt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; vitalt förtjust; glatt; glädjande; munter; muntert
blijmoedig glad; glatt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; vitalt gladlynt; glatt; lycklig; lyckligt; munter; muntert
dartel glad; glatt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; vitalt lekfull; lekfullt; livlig; livligt; munter; muntert; ystert
gelukkig glad; glatt; tillfredställt framgångsrikt; fördelaktig; fördelaktigt; hälsosam; hälsosamt; ljuvlig; ljuvligt; lycklig; lyckligt; lyckligt lottat; lyckosam; lyckosamt; nyttigt; tursam; tursamt; välgörandet; välsignad; välsignat
jolig glad; glatt munter; muntert
levendig glad; glatt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; vitalt dynamisk; dynamiskt; energiskt; het; hett; livlig; livligt; munter; muntert; upphetsatt
levenslustig glad; glatt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; vitalt
monter glad; glatt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; vitalt munter; muntert
opgetogen glad; glatt; glättig; glättigt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; muntert; vitalt munter; muntert
opgewekt glad; glatt; glättig; glättigt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; muntert; vitalt gladlynt; glatt; godlynt; godmodig; godmodigt; lycklig; lyckligt; munter; muntert
plezierig angenäm; behagligt; glad; livligt; skämtsam; trevligt angenäm; angenämt; behagligt; beskedlig; beskedligt; glatt; godsint; hyggligt; lycklig; lyckligt; trevlig; trevligt; välvillig; välvilligt; vänligt
tevreden glad; glatt; tillfredställt befriad; befriat
tierig glad; glatt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; vitalt
uitgelaten glad; glatt munter; muntert; översvallande
vergenoegd glad; glatt; tillfredställt befriad; befriat
voldaan glad; glatt; tillfredställt befriad; befriat
vreugdevol glad; glatt; glädjefullt; glädjerik; glädjerikt
vrolijk glad; glatt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; vitalt glättigt; lättsam; lättsamt; munter; muntert
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blijgestemd glad; glatt
heugelijk glad; glatt; lycklig; lyckligt; minnesvärt; trevlig; trevligt minnesvärd; minnesvärt; slående; tänkvärt
heuglijk glad; glatt; lycklig; lyckligt; minnesvärt; trevlig; trevligt
verblijdend glad; glatt; lycklig; lyckligt; minnesvärt; trevlig; trevligt

Synoniemen voor "glad":


Wiktionary: glad

glad
adjective
  1. vrolijk van stemming

Cross Translation:
FromToVia
glad opgeruimd; vrolijk bright — happy
glad vrolijk; goedgezind; monter; uitgelaten; opgetogen gay — happy, joyful and lively
glad verheugd; blij glad — pleased, happy, satisfied
glad gelukkig; blij happy — enjoying peace, comfort, etc.; contented, joyous
glad lustig; monter; vrolijk gai — Qui a de la gaité.
glad blij; verblijd; verheugd; blijgeestig; joviaal; lustig; monter; vrolijk joyeux — Qui a de la joie, qui remplir de joie.

öglad:

öglad zelfstandig naamwoord

  1. öglad
    de lus; de knoop; de kink; lusvormige kromming; de draai; de kronkel
    • lus [de ~] zelfstandig naamwoord
    • knoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kink [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lusvormige kromming [znw.] zelfstandig naamwoord
    • draai [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kronkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor öglad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draai öglad buktning; böjelse; böjning; krökning; kurva; perversion; rotation
kink öglad
knoop öglad
kronkel öglad böjelse; kurva; perversion
lus öglad loop
lusvormige kromming öglad

Verwante vertalingen van glad



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor glad (Nederlands) in het Zweeds

glad:

glad bijvoeglijk naamwoord

  1. glad (vlak; effen; gelijk; )
    lugn; slätt; slät; mild; lugnt; jämnt; lent; milt
    • lugn bijvoeglijk naamwoord
    • slätt bijvoeglijk naamwoord
    • slät bijvoeglijk naamwoord
    • mild bijvoeglijk naamwoord
    • lugnt bijvoeglijk naamwoord
    • jämnt bijvoeglijk naamwoord
    • lent bijvoeglijk naamwoord
    • milt bijvoeglijk naamwoord
  2. glad (glibberig)
    glatt
    • glatt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor glad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lugn vredelievendheid; vreedzaamheid; windstilte
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- vlak
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glatt glad; glibberig aangenaam; behaaglijk; blij; blijgestemd; blijmoedig; dartel; fijn; fleurig; gelukkig; heugelijk; heuglijk; jolig; kleurrijk; lachziek; leuk; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; plezant; plezierig; prettig; tevreden; tierig; uitgelaten; verblijd; verblijdend; vergenoegd; verheugd; voldaan; vreugdevol; vrolijk
jämnt effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit evenwichtig; in evenwicht; op rolletjes; quitte
lent effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit smeuïg
lugn effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit beheerst
lugnt effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit amicaal; bedaard; beheerst; gedeisd; gelijkmoedig; gerust; kalm; kameraadschappelijk; rustig; rustigjes; stil; vriendschappelijk
mild effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit clement; goedhartig; mak; mild; welwillend; zacht; zachtaardig
milt effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit amicaal; clement; goedhartig; kameraadschappelijk; mak; mild; vriendschappelijk; welwillend; zacht; zachtaardig
slät effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit gelikt; gladjanusachtig
slätt effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit glad neerliggend; op rolletjes; rimpelloos; sluik; vlakte

Verwante woorden van "glad":


Synoniemen voor "glad":


Antoniemen van "glad":


Verwante definities voor "glad":

  1. met een oppervlak zonder bobbels1
    • het ijs is erg glad, ik gleed bijna uit1
  2. handig en slim1
    • dat is een gladde jongen1
  3. helemaal1
    • ik ben het glad vergeten1

Wiktionary: glad

glad
adjective
  1. egaal, met geringe ruwheid, slipperig

Cross Translation:
FromToVia
glad hal; hal som en ål aalglatt — von der oberflächlichen Beschaffenheit her wie eine Aalhaut; schleimig-glatt, schlüpfrig
glad jämn; len; hal; slät smooth — lacking friction, not rough
glad hal; halkig glissant — Sur quoi l’on glisse facilement.
glad glatt lisse — Sans aspérité ni rayure.

Verwante vertalingen van glad