Vård: vertaling Zweeds

Remove Ads

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

värd:
- waard
- gastheer; host; hosting; hostserviceprovider; hoster
vård:
- verzorging; zorg; verpleging; beheer; toezicht; controle; bewaking; zeggenschap; hoede; bescherming; voogdijschap; voogdij
Wiktionary:
- vård → zorg, moeite, prestatie
- värd → gastgever, gastvrouw, gastheer, organisator, herbergier, logementhouder, waard, waardin

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vård (Zweeds) in het Nederlands

värd:

värd bijvoeglijk naamwoord

värd (värt)
waard
- waard bijvoeglijk naamwoord

värd zelfstandig naamwoord

värd
de gastheer
- gastheer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
värd
de host
- host [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
värd
hosting
- hosting
värd (värdleverantör)
hostserviceprovider; hoster
- hostserviceprovider
- hoster

Vertaal Matrix voor värd:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gastheer	värd
host	värd	värddator
waard		affärsinnehavare; föreståndare; krögare; värdshusvärd; ägare
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
waard	värd; värt
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hoster	värd; värdleverantör
hosting	värd
hostserviceprovider	värd; värdleverantör

Synoniemen voor "värd":

värdinna

Wiktionary: värd

Cross Translation:

From	To	Via
• värd	→ gastgever; gastvrouw; gastheer	↔ host — person who receives or entertains a guest
• värd	→ organisator; gastgever	↔ host — person or organisation responsible for running an event
• värd	→ gastheer	↔ host — biology: cell or organism which harbors another organism
• värd	→ herbergier; logementhouder; waard; waardin	↔ aubergiste — Celui ou celle qui tenir auberge.

vård:

vård [-en] zelfstandig naamwoord

vård (omhändertagande; underhåll)
de verzorging; de zorg; de verpleging
- verzorging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zorg [de ~] zelfstandig naamwoord
- verpleging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
vård (förmunderskap; uppsikt; administration)
het beheer; het toezicht; de controle; de bewaking; de zeggenschap; de hoede; de zorg; de bescherming
- beheer [het ~] zelfstandig naamwoord
- toezicht [het ~] zelfstandig naamwoord
- controle [de ~] zelfstandig naamwoord
- bewaking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zeggenschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hoede [de ~] zelfstandig naamwoord
- zorg [de ~] zelfstandig naamwoord
- bescherming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
vård (förmynderskap; uppsikt)
het voogdijschap; de voogdij
- voogdijschap [het ~] zelfstandig naamwoord
- voogdij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vård:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beheer	administration; förmunderskap; uppsikt; vård	direktion; ledning; management; styrelse
bescherming	administration; förmunderskap; uppsikt; vård	egenskapsuttryck; skydd; säkerhet; trygghet
bewaking	administration; förmunderskap; uppsikt; vård	bevakning; observation; tillsyn; uppsikt; vaktande; överinseende; övervakning
controle	administration; förmunderskap; uppsikt; vård	besiktning; bevakning; inspektion; mönstring; observation; själv behärskning; tillgångskontroll; tillsyn; undersökning; uppsikt; vaktande; överinseende; övervakning
hoede	administration; förmunderskap; uppsikt; vård	bevakning; observation; tillsyn; uppsikt; vaktande; överinseende; övervakning
toezicht	administration; förmunderskap; uppsikt; vård
verpleging	omhändertagande; underhåll; vård	sjukvård
verzorging	omhändertagande; underhåll; vård	omsorg; omvårdnad; underhåll
voogdij	förmynderskap; uppsikt; vård	förmyndarskap; kontroll
voogdijschap	förmynderskap; uppsikt; vård	förmyndarskap
zeggenschap	administration; förmunderskap; uppsikt; vård	förmyndarskap; kontroll
zorg	administration; förmunderskap; omhändertagande; underhåll; uppsikt; vård	bekymmer; omsorg; omvårdnad; oro
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hoede		försiktigt; iaktagen; vaken; vaket

Synoniemen voor "vård":

omsorg; omvårdnad; sköta; behandling; skötsel

Wiktionary: vård

Cross Translation:

From	To	Via
• vård	→ zorg	↔ care — close attention, concern or responsibility
• vård	→ moeite; prestatie	↔ Bemühung — nur im Plural, häufig auf Rechnungen: Dienste, die bestimmte Berufsgruppen (Arzt, Anwalt oder Handwerker zum Beispiel) erbringen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van vård

Remove Ads

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: vård

Uitgebreide vertaling voor vård (Zweeds) in het Nederlands

värd:

värd bijvoeglijk naamwoord

värd (värt)

värd zelfstandig naamwoord

värd

värd

värd

värd (värdleverantör)

Vertaal Matrix voor värd:

Synoniemen voor "värd":

Wiktionary: värd

vård:

vård [-en] zelfstandig naamwoord

vård (omhändertagande; underhåll)

vård (förmunderskap; uppsikt; administration)

vård (förmynderskap; uppsikt)

Vertaal Matrix voor vård:

Synoniemen voor "vård":

Wiktionary: vård

Verwante vertalingen van vård