Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dunk:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dunk:
  2. dunken:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor dunk (Zweeds) in het Nederlands

dunk:

dunk [-en] zelfstandig naamwoord

  1. dunk (törn; stöt; duns)
    de bons; de pof
    • bons [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.
    • pof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. dunk (lätt knuff; slag; stöt; bump)
    de stoot; de zet; de por; het duwtje; de duw; het stootje
    • stoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • por [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • duwtje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • duw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stootje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dunk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bons dunk; duns; stöt; törn
duw bump; dunk; lätt knuff; slag; stöt
duwtje bump; dunk; lätt knuff; slag; stöt
pof dunk; duns; stöt; törn
por bump; dunk; lätt knuff; slag; stöt
stoot bump; dunk; lätt knuff; slag; stöt duns; knuff; puff; skakning; slag; stöt; örfil
stootje bump; dunk; lätt knuff; slag; stöt
zet bump; dunk; lätt knuff; slag; stöt drag; schackdrag; speldrag

Wiktionary: dunk


Cross Translation:
FromToVia
dunk kan; bus; blik Kanister — verschließbarer Behälter, meist aus Blech, Plastik, der zum Transport und Aufbewahren von Flüssigkeiten (Wasser, Öl, Treibstoff) benutzt wird



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dunk (Nederlands) in het Zweeds

dunk:

dunk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dunk
    mening
    • mening [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dunk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mening dunk bedoeling; beduidenis; beduiding; belang; betekenis; denkbeeld; doel; gedachte; gewichtigheid; gezichtshoek; gezichtspunt; idee; import; inhoud; intentie; invalshoek; invoer; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; moedwil; nut; oogpunt; oordeel; opinie; overtuiging; perspectief; standpunt; voornemen; zienswijs; zin

Verwante woorden van "dunk":


Wiktionary: dunk


Cross Translation:
FromToVia
dunk mening; uppfattning; omdöme; tycke; åsikt; råd avis — Ce que l’on penser et aussi ce que l’on en dit, opinion.
dunk mening; uppfattning; omdöme; tycke; åsikt opinionavis de celui qui opiner sur quelque affaire mise en délibération.

dunk vorm van dunken:

dunken werkwoord (dunk, dunkt, dunkte, dunkten, gedunkt)

  1. dunken
    verkar
    • verkar werkwoord (verkar, verkade, verkat)

Conjugations for dunken:

o.t.t.
  1. dunk
  2. dunkt
  3. dunkt
  4. dunken
  5. dunken
  6. dunken
o.v.t.
  1. dunkte
  2. dunkte
  3. dunkte
  4. dunkten
  5. dunkten
  6. dunkten
v.t.t.
  1. heb gedunkt
  2. hebt gedunkt
  3. heeft gedunkt
  4. hebben gedunkt
  5. hebben gedunkt
  6. hebben gedunkt
v.v.t.
  1. had gedunkt
  2. had gedunkt
  3. had gedunkt
  4. hadden gedunkt
  5. hadden gedunkt
  6. hadden gedunkt
o.t.t.t.
  1. zal dunken
  2. zult dunken
  3. zal dunken
  4. zullen dunken
  5. zullen dunken
  6. zullen dunken
o.v.t.t.
  1. zou dunken
  2. zou dunken
  3. zou dunken
  4. zouden dunken
  5. zouden dunken
  6. zouden dunken
diversen
  1. dunk!
  2. dunkt!
  3. gedunkt
  4. dunkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dunken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verkar dunken

Verwante woorden van "dunken":


Wiktionary: dunken


Cross Translation:
FromToVia
dunken tyckas; synas; förefalla dünken(intransitiv), unpersönlich, gehoben, veraltend, mit einem im Akkusativ oder seltener im Dativ stehenden Personalpronomen: von jemandem so wahrgenommen, empfunden werden