Zweeds
Uitgebreide vertaling voor få grepp (Zweeds) in het Nederlands
få grepp: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- få: mogen; willen; moeten; halen; pakken; believen; weinig; luttel; opdoen; oplopen; onverlangd krijgen
- grepp: vastpakken; beetnemen; beetpakken; handel; handvat; greep; hendel; handgreep
- greppa: begrijpen; inzien; snappen; met het verstand vatten; grijpen; vastpakken; vastklampen; aanklampen; beetpakken; beetgrijpen
Spelling Suggesties voor: få grepp
- Searching for suggestions...
Wiktionary: få grepp
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van få grepp
Nederlands
Suggesties voor få grepp in het Nederlands
Spelling Suggesties voor: få grepp
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: