Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- uppenbar:
-
Wiktionary:
- uppenbar → opvallend, evident, duidelijk, kennelijk, klaarblijkelijk, vanzelfsprekend, voor de hand liggend, uitgesproken, apert
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor uppenbar (Zweeds) in het Nederlands
uppenbar:
-
uppenbar (uppenbart)
zo klaar als een klontje; duidelijk; flagrant; overduidelijk; zonneklaar-
zo klaar als een klontje bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
flagrant bijvoeglijk naamwoord
-
overduidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
zonneklaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
uppenbar (otvetydig; ofelbart; otvetydigt; uppenbart; otvekbart)
onmiskenbaar; herkenbaar; duidelijk-
onmiskenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
herkenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor uppenbar:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
duidelijk | ofelbart; otvekbart; otvetydig; otvetydigt; uppenbar; uppenbart | avbördad; avbördat; avlastat; förståeligt; gripbart; klar; klargjord; klargjort; klarnat; klart; konkret; ljus; ljust; lättad; lättat; tydlig; tydligt; uppenbart |
flagrant | uppenbar; uppenbart | i akten |
herkenbaar | ofelbart; otvekbart; otvetydig; otvetydigt; uppenbar; uppenbart | förnimbar; identifierbar; identifierbart; märkbar; märkbart; påtaglig; påtagligt; synbart; synlig; synligt; tydligt; uppenbart |
onmiskenbaar | ofelbart; otvekbart; otvetydig; otvetydigt; uppenbar; uppenbart | distinkt; obestridligt; oförneklig; oförnekligt; tydlig; uppenbart; utpräglad; uttalad |
overduidelijk | uppenbar; uppenbart | avbördad; avbördat; avlastat; klar; klart; lättad; lättat; tydlig; uppenbart |
zonneklaar | uppenbar; uppenbart | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zo klaar als een klontje | uppenbar; uppenbart |
Synoniemen voor "uppenbar":
Wiktionary: uppenbar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uppenbar | → opvallend | ↔ conspicuous — obvious or easy to notice |
• uppenbar | → evident; duidelijk; kennelijk; klaarblijkelijk | ↔ offensichtlich — dem Anschein nach |
• uppenbar | → evident; vanzelfsprekend; voor de hand liggend; duidelijk; kennelijk; klaarblijkelijk; uitgesproken; apert | ↔ évident — Dont le sens s’impose naturellement à l’esprit, qui a le caractère de l’évidence. |