Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. inredning:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor inredning (Zweeds) in het Nederlands

inredning:

inredning [-en] zelfstandig naamwoord

  1. inredning (möblering)
    de inrichting; inrichten; de woninginrichting; woningdecoratie

Vertaal Matrix voor inredning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inrichten inredning; möblering
inrichting inredning; möblering dekoration; heminredning; mentalsjukhus; påklädning
woningdecoratie inredning; möblering
woninginrichting inredning; möblering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inrichten anordna; arrangera; installera; möblera; ordna; ställa till med; tillhandahålla

Wiktionary: inredning


Cross Translation:
FromToVia
inredning inrichting Einrichtung — (Wohnung) Möbel und Dekoration