Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. grann:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor grann- (Zweeds) in het Nederlands

grann:

grann bijvoeglijk naamwoord

  1. grann (pråligt; brokigt; grannt; prålig)
    opgesmukt; opgesierd

Vertaal Matrix voor grann:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opgesmukt brokigt; grann; grannt; prålig; pråligt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opgesierd brokigt; grann; grannt; prålig; pråligt dekorerad; dekorerat; prydd; prytt; smyckat

Synoniemen voor "grann":


Wiktionary: grann


Cross Translation:
FromToVia
grann kleurrijk; feestelijk gay — festive, bright, colorful


Wiktionary: grann-


Cross Translation:
FromToVia
grann- komend; aankomend; aanstaand; volgend; spoedig prochain — Voisin, suivant.

Verwante vertalingen van grann-