Overzicht
Zweeds naar Frans: Meer gegevens...
-
perfekt:
- parfait; excellent; parfaitement; impeccable; très bien; excellant; excellemment; à la perfection; à merveille; super; brillamment; excellement; d'une façon parfaite; absolu; superbe; sublime; le mieux de monde; de premier ordre; d'une façon sublime; fini; intégral; sans fautes; tout à fait; final; achevé; complet; correct; total
- excellence; éminence; supériorité; perfection
-
Wiktionary:
- perfekt → parfait, perfectionner
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor perfekt (Zweeds) in het Frans
perfekt:
-
perfekt (fullständig; fullständigt; fulländad; fullkomligt; fulländat)
parfait; excellent; parfaitement; impeccable; très bien; excellant; excellemment; à la perfection; à merveille; super; brillamment; excellement; d'une façon parfaite-
parfait bijvoeglijk naamwoord
-
excellent bijvoeglijk naamwoord
-
parfaitement bijvoeglijk naamwoord
-
impeccable bijvoeglijk naamwoord
-
très bien bijvoeglijk naamwoord
-
excellant bijvoeglijk naamwoord
-
excellemment bijvoeglijk naamwoord
-
à la perfection bijvoeglijk naamwoord
-
à merveille bijvoeglijk naamwoord
-
super bijvoeglijk naamwoord
-
brillamment bijvoeglijk naamwoord
-
excellement bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon parfaite bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfekt (förträfflig; förträffligt)
parfait; parfaitement; impeccable; absolu-
parfait bijvoeglijk naamwoord
-
parfaitement bijvoeglijk naamwoord
-
impeccable bijvoeglijk naamwoord
-
absolu bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfekt (exellent; förstklassigt)
excellent; superbe; sublime; très bien; impeccable; excellement; super; à merveille; à la perfection; le mieux de monde; parfaitement; parfait; de premier ordre; d'une façon parfaite; d'une façon sublime-
excellent bijvoeglijk naamwoord
-
superbe bijvoeglijk naamwoord
-
sublime bijvoeglijk naamwoord
-
très bien bijvoeglijk naamwoord
-
impeccable bijvoeglijk naamwoord
-
excellement bijvoeglijk naamwoord
-
super bijvoeglijk naamwoord
-
à merveille bijvoeglijk naamwoord
-
à la perfection bijvoeglijk naamwoord
-
le mieux de monde bijvoeglijk naamwoord
-
parfaitement bijvoeglijk naamwoord
-
parfait bijvoeglijk naamwoord
-
de premier ordre bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon parfaite bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon sublime bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfekt
parfait; parfaitement; excellent; fini; intégral; sans fautes; tout à fait; final; impeccable; achevé; complet; correct; total-
parfait bijvoeglijk naamwoord
-
parfaitement bijvoeglijk naamwoord
-
excellent bijvoeglijk naamwoord
-
fini bijvoeglijk naamwoord
-
intégral bijvoeglijk naamwoord
-
sans fautes bijvoeglijk naamwoord
-
tout à fait bijvoeglijk naamwoord
-
final bijvoeglijk naamwoord
-
impeccable bijvoeglijk naamwoord
-
achevé bijvoeglijk naamwoord
-
complet bijvoeglijk naamwoord
-
correct bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfekt (förträfligt; storartad)
Vertaal Matrix voor perfekt:
Synoniemen voor "perfekt":
Wiktionary: perfekt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• perfekt | → parfait | ↔ volmaakt — zonder enig gebrek |
• perfekt | → parfait | ↔ perfect — zonder enig gebrek |
• perfekt | → parfait | ↔ Perfekt — Linguistik: Tempusform, die ausdrückt, dass das Geschehen vom Standpunkt des Sprechers aus zwar vergangen ist, sich aber doch auf seinen Standpunkt bezieht |
• perfekt | → parfait | ↔ perfekt — sehr gelungen, nicht verbesserbar |
• perfekt | → parfait | ↔ perfect — fitting its definition precisely |
• perfekt | → parfait | ↔ perfect — having all of its parts in harmony with a common purpose |
• perfekt | → parfait | ↔ perfect — grammar: of a tense or verb form: representing a completed action |
• perfekt | → perfectionner | ↔ perfect — make perfect |