Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bestick:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bestick (Zweeds) in het Frans

bestick:

bestick [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. bestick
    le couvert
    • couvert [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. bestick (bordskuvert)
    le service de table

Vertaal Matrix voor bestick:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couvert bestick couvert; kuvert; skydd; övertäckning
service de table bestick; bordskuvert bordsservering
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couvert betäckad; dold; döljd; förklätt; gömd; gömt; maskerad; mulen; mulet; täcka; täckad; täckt; uppbyggd; uppbyggt; vara nere; övertäcka; övertäckt

Synoniemen voor "bestick":

  • matbestick

Wiktionary: bestick


Cross Translation:
FromToVia
bestick couverts; services; couverts de table cutlery — eating and serving utensils
bestick couverts BesteckWerkzeug für kultiviertes Essen, kurz für Essbesteck