Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Timor:
  2. Wiktionary:
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Timor:
  2. timoré:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Timor (Zweeds) in het Frans

Timor:

Timor

  1. Timor

Vertaal Matrix voor Timor:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Timor Timor

Wiktionary: Timor


Cross Translation:
FromToVia
Timor Timor Timoröstlichste der Kleinen Sundainseln; die Westhälfte gehört zu Indonesien, während Osttimor einen eigenen Staat bildet



Frans

Uitgebreide vertaling voor Timor (Frans) in het Zweeds

Timor:

Timor

  1. Timor

Vertaal Matrix voor Timor:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Timor Timor

Wiktionary: Timor


Cross Translation:
FromToVia
Timor Timor Timoröstlichste der Kleinen Sundainseln; die Westhälfte gehört zu Indonesien, während Osttimor einen eigenen Staat bildet

timoré:

timoré [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la timoré (poltron; paniquard)
    fegis; mes
    • fegis [-en] zelfstandig naamwoord
    • mes [-en] zelfstandig naamwoord

timoré bijvoeglijk naamwoord

  1. timoré (timide; farouche; embarrassé; )
    tillbakadragen; blygt
  2. timoré (peureux; anxieux; apeuré; )
    oroligt; skraj; rädd
    • oroligt bijvoeglijk naamwoord
    • skraj bijvoeglijk naamwoord
    • rädd bijvoeglijk naamwoord
  3. timoré (peureux; timide; nerveux; )
    nervös; nervöst; ängsligt

Vertaal Matrix voor timoré:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fegis paniquard; poltron; timoré bleu; couard; faible; lâche; pleutre; poltron
mes paniquard; poltron; timoré bleu; couard; faible; lâche; personne casanière; personne pantouflarde; pleutre; poltron
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blygt complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré craintif; embarrassé; farouche; replié sur soi-même; rétif; solitaire; solitairement
nervös craintif; craintivement; effaré; nerveusement; nerveux; peureusement; peureux; timide; timidement; timoré chauffé; inquiet; nerveux; peiné; pessimiste; torturé; tourmenté; échauffé
nervöst craintif; craintivement; effaré; nerveusement; nerveux; peureusement; peureux; timide; timidement; timoré chauffé; inquiet; nerveux; peiné; pessimiste; torturé; tourmenté; échauffé
oroligt anxieux; apeuré; craintif; craintivement; peureusement; peureux; timoré actif; affairé; agité; animé; avec inquiétude; d'une manière agitée; inquiet; inquiète; mouvementé; nerveuse; nerveux; peiné; pessimiste; remuant; sans arrêt; sans relâche; sans repos; soucieux; torturé; toujours en mouvement; tourmenté; turbulent
rädd anxieux; apeuré; craintif; craintivement; peureusement; peureux; timoré alarmé; inquiet; soucieux
skraj anxieux; apeuré; craintif; craintivement; peureusement; peureux; timoré
tillbakadragen complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré craintif; en retraite; farouche; rétif; solitaire; solitairement; à la retraite
ängsligt craintif; craintivement; effaré; nerveusement; nerveux; peureusement; peureux; timide; timidement; timoré alarmé; inquiet; peiné; pessimiste; soucieux; torturé; tourmenté

Synoniemen voor "timoré":


Wiktionary: timoré


Cross Translation:
FromToVia
timoré ängslig ängstlich — von Angst ergriffen, erfüllt