Trick in het Frans vertaald uit het Zweeds

Remove Ads

Overzicht

Zweeds naar Frans: Meer gegevens...

trick:
- subterfuge; ruse; tour; astuce; piège; leurre; prétexte; truc; savoir-faire; tour de main; adresse; habileté; combine
Wiktionary:
- trick → illusion, tour, farce, truc, combine, astuce

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trick (Zweeds) in het Frans

trick:

trick [-ett] zelfstandig naamwoord

trick (list)
le subterfuge; la ruse; le tour
- subterfuge [le ~] zelfstandig naamwoord
- ruse [la ~] zelfstandig naamwoord
- tour [le ~] zelfstandig naamwoord
trick
la ruse; l'astuce
- ruse [la ~] zelfstandig naamwoord
- astuce [la ~] zelfstandig naamwoord
trick
le piège; le leurre
- piège [le ~] zelfstandig naamwoord
- leurre [le ~] zelfstandig naamwoord
trick
le prétexte; le truc; le savoir-faire; le tour; le tour de main; l'adresse; l'habileté
- prétexte [le ~] zelfstandig naamwoord
- truc [le ~] zelfstandig naamwoord
- savoir-faire [le ~] zelfstandig naamwoord
- tour [le ~] zelfstandig naamwoord
- tour de main [le ~] zelfstandig naamwoord
- adresse [la ~] zelfstandig naamwoord
- habileté [la ~] zelfstandig naamwoord
trick (knep; påhitt)
le truc; l'habileté; l'adresse; la combine
- truc [le ~] zelfstandig naamwoord
- habileté [la ~] zelfstandig naamwoord
- adresse [la ~] zelfstandig naamwoord
- combine [la ~] zelfstandig naamwoord
trick (knep; gimmickar)
la ruse
- ruse [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trick:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adresse	knep; påhitt; trick	adress; e-postadress; färdighet; förmåga; kompetens; konstskap; möjligheten; möjligheter; sakkunnighet; skicklighet
astuce	trick	klipsk; listig; listighet; slughet; smarthet
combine	knep; påhitt; trick
habileté	knep; påhitt; trick	duglighet; duktighet; fiffighet; färdighet; förmåga; händighet; kapacitet; kompetens; konstskap; kunskap; möjligheten; möjligheter; sakkunnighet; sakkunskap; skicklighet; smarthet
leurre	trick	bete; frestande röst; förevändning; hallucination; illusion; konstgjort bete; lockbete; lockmedel; lockstämma; vanföreställning; villa
piège	trick	bakhåll; fallgrop; fotangel; fälla; fällning; fångst; försåt; klämma; snarande
prétexte	trick	skydd; svagt ursäkt; övertäckning
ruse	gimmickar; knep; list; trick	klipsk; list; listig; listighet; otrevlighet; skurkartad; skurkstreck; slughet; smarthet; upptåg
savoir-faire	trick	duglighet; duktighet; erfarenhet; färdighet; förmåga; händighet; kapacitet; know-how; kompetens; konstskap; kunskap; möjligheten; möjligheter; praktik; rutin; sakkunnighet; sakkunskap; skicklighet
subterfuge	list; trick	bortförklaring; svagt ursäkt; undanflykt; ursäkt
tour	list; trick	bana; bransch; cirkel; färd; gå på en runda; gångtur; kaprioler; konstskap; litet torn; mellanhavande; möjligheten; promenad; resa; revolution; rotation; rund; runda; rundresa; skyskrapa; skämt; slottstorn; spatsertur; spel; sträcka; svarv; torn; tur; upptåg; utflykt; väg
tour de main	trick
truc	knep; påhitt; trick	apparat; artikel; gimmick; gods; maskin; punkt; trolleriknep; trollkonst

Synoniemen voor "trick":

lurendrejeri; fuffens; knep

Wiktionary: trick

Cross Translation:

From	To	Via
• trick	→ illusion	↔ illusion — magician's trick
• trick	→ tour; farce	↔ trick — something designed to fool
• trick	→ tour	↔ trick — magic trick
• trick	→ truc; combine	↔ Masche — umgangssprachlich: Art und Weise, in der jemand (in einer bestimmten Situation) unlauter handelt, vorgeht
• trick	→ astuce	↔ Masche — umgangssprachlich: überraschendes, schlaues Vorgehen (mit dem sich günstig ein Problem lösen lässt)

Verwante vertalingen van trick

falskt trick

Remove Ads

Vertaal trick van Zweeds naar Frans

Uitgebreide vertaling voor trick (Zweeds) in het Frans

trick:

trick [-ett] zelfstandig naamwoord

trick (list)

trick

trick

trick

trick (knep; påhitt)

trick (knep; gimmickar)

Vertaal Matrix voor trick:

Synoniemen voor "trick":

Wiktionary: trick

Verwante vertalingen van trick