Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tomrum:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tomrum (Zweeds) in het Frans

tomrum:

tomrum [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. tomrum (lucka; gap)
    la lacune; le vide; le manque; l'hiatus; le défaut
    • lacune [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vide [le ~] zelfstandig naamwoord
    • manque [le ~] zelfstandig naamwoord
    • hiatus [le ~] zelfstandig naamwoord
    • défaut [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. tomrum (tom plats; vakuum)
    l'espace vide
  3. tomrum (vakuum)
    le vacuum; l'espace sous-vide; le vide; l'espace vide
  4. tomrum (rymder; rum)
    l'espace
    • espace [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tomrum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
défaut gap; lucka; tomrum avsaknad; brist; bräcka; defekt; fel; handikapp; maskindefekt; misstag; omoral; osedlighet; skrik; spricka; svaghet; synd; trasigt; underskott
espace rum; rymder; tomrum skreva; space; spricka; springa; universum; utrymme; vrå
espace sous-vide tomrum; vakuum
espace vide tom plats; tomrum; vakuum
hiatus gap; lucka; tomrum gap; hiatus; lucka
lacune gap; lucka; tomrum bräcka; gap; hiatus; lucka; spricka
manque gap; lucka; tomrum avsaknad; brist; bräcka; fel; handikapp; knapphet; spricka; underskott
vacuum tomrum; vakuum
vide gap; lucka; tomrum; vakuum gap; hiatus; hål; hålighet; ingenting; klyfta; lucka; läcka; läckage; tomhet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vide fri; fritt; innehållslös; innehållslöst; lufttom; obebyggd; obebyggt; tom; tomt

Synoniemen voor "tomrum":


Wiktionary: tomrum


Cross Translation:
FromToVia
tomrum lacune; vide; trou Lücke — Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte