Overzicht
Zweeds naar Frans: Meer gegevens...
-
tillfällig:
- de temps en temps; quelquefois; occasionnellement; parfois; occasionnel; de temps à autre; temporaire; provisoire; temporairement; éphémère; momentané; fugace; passager; passagère; décontracté; incidemment; sans contrainte; familier; négligemment; entre la poire et le fromage; en courant; en passant; intérimaire; provisoirement; temporel; sans engagement; informel; non obligatoire; facultatif; optionnel; nonchalant; nonchalamment; familière; à cet instant; actuel
- intérim; intermittence; période; interligne; temps; intervalle; pause
-
Wiktionary:
- tillfällig → accidentel
- tillfällig → fortuit, fortuite, aléatoire, désordonné, n'importe comment, occasionnel, temporaire, provisoire, parfois, éphémère, momentané, momentanée, passager, passagère, transitoire, par hasard
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor tillfällig (Zweeds) in het Frans
tillfällig:
-
tillfällig (tillfälligt; ibland)
de temps en temps; quelquefois; occasionnellement; parfois; occasionnel; de temps à autre-
de temps en temps bijvoeglijk naamwoord
-
quelquefois bijvoeglijk naamwoord
-
occasionnellement bijvoeglijk naamwoord
-
parfois bijvoeglijk naamwoord
-
occasionnel bijvoeglijk naamwoord
-
de temps à autre bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfällig (tillfälligt)
-
tillfällig (tillfälligt)
temporairement; éphémère; momentané; fugace; temporaire; passager; passagère-
temporairement bijvoeglijk naamwoord
-
éphémère bijvoeglijk naamwoord
-
momentané bijvoeglijk naamwoord
-
fugace bijvoeglijk naamwoord
-
temporaire bijvoeglijk naamwoord
-
passager bijvoeglijk naamwoord
-
passagère bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfällig (tillfälligt; förbipasserande; flyktigt)
décontracté; incidemment; sans contrainte; familier; négligemment; entre la poire et le fromage; en courant; en passant-
décontracté bijvoeglijk naamwoord
-
incidemment bijvoeglijk naamwoord
-
sans contrainte bijvoeglijk naamwoord
-
familier bijvoeglijk naamwoord
-
négligemment bijvoeglijk naamwoord
-
entre la poire et le fromage bijvoeglijk naamwoord
-
en courant bijvoeglijk naamwoord
-
en passant bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfällig (temporärt; tillfälligt; provisoriskt; kortvarig; kortvarigt)
temporaire-
temporaire bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfällig (tillfälligt; tidsbegränsad; tidsbegränsat; temporärt; provisoriskt)
temporaire; provisoire; temporairement; intérimaire; provisoirement; temporel; momentané-
temporaire bijvoeglijk naamwoord
-
provisoire bijvoeglijk naamwoord
-
temporairement bijvoeglijk naamwoord
-
intérimaire bijvoeglijk naamwoord
-
provisoirement bijvoeglijk naamwoord
-
temporel bijvoeglijk naamwoord
-
momentané bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfällig (otvungen; tillfälligt; oberört; flyktigt; lättvindit; otvunget; lättvindig)
sans engagement; informel; non obligatoire; facultatif; sans contrainte; décontracté; optionnel; nonchalant; familier; nonchalamment; familière-
sans engagement bijvoeglijk naamwoord
-
informel bijvoeglijk naamwoord
-
non obligatoire bijvoeglijk naamwoord
-
facultatif bijvoeglijk naamwoord
-
sans contrainte bijvoeglijk naamwoord
-
décontracté bijvoeglijk naamwoord
-
optionnel bijvoeglijk naamwoord
-
nonchalant bijvoeglijk naamwoord
-
familier bijvoeglijk naamwoord
-
nonchalamment bijvoeglijk naamwoord
-
familière bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfällig (ögonblickligt; tillfälligt; just nu)
à cet instant-
à cet instant bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfällig (tillfälligt; kortlivad; kortlivat; flyktigt)
-
tillfällig
Vertaal Matrix voor tillfällig:
Synoniemen voor "tillfällig":
Wiktionary: tillfällig
tillfällig
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tillfällig | → fortuit; fortuite | ↔ fortuitous — happening by chance, not necessarily a lucky one |
• tillfällig | → aléatoire; désordonné | ↔ haphazard — random, chaotic, incomplete |
• tillfällig | → n'importe comment | ↔ haphazardly — in a haphazard manner |
• tillfällig | → occasionnel | ↔ occasional — limited to certain occasions; not very often |
• tillfällig | → aléatoire | ↔ random — all outcomes being unpredictable |
• tillfällig | → temporaire | ↔ temporal — (euphemistic for) lasting a short time only |
• tillfällig | → temporaire; provisoire | ↔ temporary — for a limited time, ephemeral, not constant |
• tillfällig | → fortuit | ↔ akzidentell — nicht unbedingt zur Sache gehörend |
• tillfällig | → occasionnel; parfois | ↔ gelegentlich — bei, zu, anlässlich einer Gelegenheit; auf eine Gelegenheit bezogen, in der Art und Weise einer Gelegenheit |
• tillfällig | → occasionnel | ↔ okkasionell — gelegentlich; ab und zu |
• tillfällig | → éphémère; momentané; momentanée; passager; passagère; provisoire; temporaire; transitoire | ↔ vorübergehend — nur für kurze Zeit |
• tillfällig | → par hasard | ↔ zufällig — unvorhersehbar und ohne Absicht geschehend, durch Zufall |