Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. säkring:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor säkring (Zweeds) in het Frans

säkring:

säkring [-en] zelfstandig naamwoord

  1. säkring (propp)
    le fusible; le bouchon; le plomb; la fiche; la cheville; le liège
    • fusible [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bouchon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • plomb [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fiche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cheville [la ~] zelfstandig naamwoord
    • liège [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. säkring (propp)
    la mèche à allumer; la mèche
  3. säkring (säkerhetspropp)
    le découpage

Vertaal Matrix voor säkring:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouchon propp; säkring blockering; flotte; flöte; förstoppning; gummipropp; kapsyl; kork; simdyna; stagnerande; stopp; trafikkaos; trafikstockning
cheville propp; säkring ankel; ankelled; bult; fotled; handtag; nagel; pinne; plugg; sprint; säkerhets pegg; tapp
découpage säkerhetspropp; säkring byggplan; byggritning; urklipp
fiche propp; säkring bit; chip; flisa; gummiprop; kort; skiva; skärva; stickkontakt
fusible propp; säkring gummipropp; säkerhetspropp; säkringar
liège propp; säkring kork
mèche propp; säkring borr; hårlock; körsbärskärna; lampveke; lock; tampong; träborr; veke
mèche à allumer propp; säkring
plomb propp; säkring bly; plomb
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fusible smältbar; smältbart

Wiktionary: säkring

säkring
noun
  1. finance|fr Fait de collatéraliser, de garantir quelque chose comme collatéral.

Cross Translation:
FromToVia
säkring fusible fuse — device preventing overloading of a circuit
säkring fusible; plomb zekering — elektronisch element ter voorkoming van een te grote stroom